Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0710/GA en 16/0736/GA, 9 augustus 2016, beroep
Uitspraakdatum:09-08-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/710/GA en 16/736/GA

betreft: [klager] datum: 9 augustus 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem,

gericht tegen de uitspraken van 12 februari 2016 van de beklagcommissie bij de locatie Zuid te Arnhem, gegeven op klachten van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 juni 2016, gehouden in de p.i. Lelystad, is klagers raadsvrouw, mr. E. Hullegie, gehoord. Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, behoorlijk was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
De directeur heeft laten weten niet ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het niet verstrekken van koosjere toetjes aan klager (A-2015-345);
b. het meermalen intern overplaatsen van klager (A-2015-357).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager ter zake geen tegemoetkoming toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht.
Klager is op 4 augustus 2015 de inrichting binnengekomen en hij heeft vanaf 6 augustus 2015 koosjere toetjes verstrekt gekregen. Klager heeft na enige tijd bij het afdelingshoofd aangegeven dat hij sojatoetjes wilde hebben en deze zijn ook aan hem
verstrekt. Om die reden zijn klager geen koosjere toetjes meer verstrekt. Er is voldaan aan de zorgplicht.
De jurisprudentie noch de wet bevat een motiveringsplicht bij een beslissing tot interne overplaatsing. Aan klager is elke beslissing mondeling meegedeeld. In de meeste gevallen is dit enkele dagen van te voren gebeurd en in een enkel geval een dag van
te voren. De interne overplaatsingen vonden plaats in een hectische tijd van regimewijzigingen en sluitingen van inrichtingen. De interne overplaatsingen waren dan ook door externe factoren onontkoombaar. Er was sprake van overmacht. Er hebben geen
onnodige overplaatsingen plaatsgevonden.

Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht.
Klager heeft gedurende lange tijd geen koosjere toetjes verstrekt gekregen. De directeur heeft niet voldaan aan zijn zorgplicht. Klagers raadsvrouw kan desgevraagd geen informatie geven aangaande de stelling van de directeur dat geen koosjere toetjes
zijn verstrekt omdat klager op zijn verzoek sojatoetjes verstrekt heeft gekregen.
Klager is heel vaak intern overgeplaatst. Het was voor hem onduidelijk waarom daartoe is beslist. Dit is hem niet duidelijk meegedeeld. Klager is prikkelbaar. Het is belangrijk dat naar hem toe goed wordt gecommuniceerd.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder a. overweegt de beroepscommissie als volgt.
Op grond van artikel 44, derde lid, van de Pbw draagt de directeur zorg dat bij het verstrekken van voeding zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de godsdienst of levensovertuiging van de gedetineerde. Vast staat dat klager gedurende een aantal
maanden geen koosjere toetjes verstrekt heeft gekregen. Onweersproken is door de directeur gesteld dat de reden hiervan is gelegen in het feit dat aan klager op zijn verzoek sojatoetjes zijn verstrekt. Gelet hierop kan niet worden gesteld dat de
directeur niet heeft voldaan aan zijn zorgplicht. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beklag als vermeld onder b. overweegt de beroepscommissie als volgt.
Klager is vanaf zijn binnenkomst in de inrichting op 4 augustus 2015 tot en met december 2015 meermalen intern overgeplaatst. Uit de stukken blijkt dat de beslissingen tot interne overplaatsing onontkoombaar waren door externe factoren. Mitsdien kunnen
die beslissingen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen gegrond, vernietigt de uitspraken van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Boerhof, secretaris, op 9 augustus 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven