Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1528/GA, 29 juli 2016, beroep
Uitspraakdatum:29-07-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1528/GA

betreft: [...] datum: 29 juli 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 april 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij het detentiecentrum Schiphol, betreffende:
a. klagers medische behandeling;
b. het niet tijdig aan klager verstrekken van zijn medisch dossier,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klachten op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van het detentiecentrum Schiphol in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. overweegt de beroepscommissie dat de beklagrechter op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder b. overweegt de beroepscommissie als volgt.

De beklagrechter heeft de vraag gesteld of klager in diens beklag kan worden ontvangen. Daartoe heeft de beklagrechter onderzocht of sprake is van het weigeren een beslissing te nemen, hetwelk gelijk moet worden gesteld aan het nemen van een
beslissing.
In deze zaak is evenwel sprake van een bewilligende beslissing op het verzoek het medische dossier te mogen ontvangen. Klager kan daarom in diens daartegen gerichte klacht worden ontvangen. Klager heeft het dossier gekregen binnen een redelijke termijn
nadat hij daarom had verzocht. Het beklag had daarom ongegrond dienen te worden verklaard. De uitspraak van de beklagrechter zal derhalve in zoverre worden vernietigd.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter inzake het beklag als vermeld onder b., verklaart klager alsnog ontvankelijk in dit onderdeel van het beklag, maar verklaart dit onderdeel van het beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 29 juli 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven