Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1742/GA, 8 augustus 2016, beroep
Uitspraakdatum:08-08-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1742/GA

betreft: [...] datum: 8 augustus 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.A. Blok, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 mei 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de omstandigheid dat klagers bezoekmoment te kort heeft geduurd.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager heeft een half uur van zijn bezoekmoment gemist als gevolg van een door p.i.w.-ers uitgevoerde controle. Hiervan heeft ook het bezoek nadeel
ondervonden. Klager heeft zijn klaagschrift ingediend op de dag van het bezoek, op 24 maart 2016.

De directeur heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Uit navraag is gebleken dat op 24 maart 2016 geen controle met honden heeft plaatsgevonden, zoals klager in zijn klaagschrift schrijft. Het
klaagschrift is derhalve nog steeds onduidelijk, zodat de beklagrechter klager terecht niet-ontvankelijk in zijn beklag heeft verklaard.

3. De beoordeling
Klager heeft in beroep gespecificeerd dat het bezoekmoment waarover hij zich beklaagt op 24 maart 2016 heeft plaatsgevonden. Nu in beroep duidelijk is geworden over welke concrete situatie hij klaagt, kan klager alsnog worden ontvangen in zijn beklag.
De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter derhalve vernietigen. Zij zal het beklag evenwel ongegrond verklaren, nu niet aannemelijk is dat klager op 24 maart 2016 een te kort bezoekmoment heeft genoten. Immers, uit de inlichtingen van
de
directeur blijkt dat op 24 maart 2016 geen sprake is geweest van een controle met honden en ook anderszins is niet gebleken dat klagers bezoekmoment als gevolg van de handelswijze van het personeel een half uur korter heeft geduurd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 8 augustus 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven