Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1826/SGA, 2 juni 2016, schorsing
Uitspraakdatum:02-06-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/1826/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 2 juni 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. T. den Haan, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 26 mei 2016, inhoudende de terugplaatsing van verzoeker vanuit het
plusprogramma naar het basisprogramma per 26 mei 2016.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 31 mei 2016 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 2 juni 2016.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
De beslissing tot degradatie van 26 mei 2016 voldoet naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet aan de door de beroepscommissie in eerdere uitspraken gestelde eisen. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie dient de directeur
alvorens te beslissen de ernst van het gedrag in kwestie af te wegen tegen het voorgaande gedrag. Volgens de beroepscommissie vormt immers de grondslag voor degradatie niet de verstoring van de orde en veiligheid in de inrichting dan wel de ongestoorde
tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming zonder meer, zoals dat wel het geval is bij de disciplinaire straf en de ordemaatregel, maar de (mate van) verantwoordelijkheid die de gedetineerde toont voor zijn eigen re-integratie. Niet elk ongewenst
gedrag
hoeft daarom volgens de beroepscommissie tevens in te houden dat de gedetineerde niet meewerkt aan zijn re-integratie en daarom dient het structurele gedrag van de betrokken gedetineerde, waarin ook de onderdelen van goed gedrag, bij de beslissing te
worden betrokken. Voorts dient uit de beslissing een kenbare belangenafweging te blijken.

In de mededeling van de bestreden beslissing wordt als motivering verwezen naar het feit dat verzoeker niet wenst mee te werken aan het verdiepingsonderzoek dat de reclassering met hem wil doen. Uit die beslissing noch uit de reactie van de directeur
komt naar voren dat de directeur voorafgaand aan de bestreden beslissing een (als zodanig kenbare) afweging als hiervoor bedoeld heeft gemaakt. Met een verwijzing naar verzoekers mentor en het beoordelingsformulier dat behoort bij het detentie- en
re-integratieplan kan niet worden volstaan.
Hierbij komt nog dat de directeur in zijn beslissing het gedrag van verzoeker heeft gekwalificeerd als “dit kan beter gedrag (oranje) of ongewenst gedrag (rood)”, en daarbij geen keuze heeft gemaakt, hetgeen wel had gemoeten. Gelet op hetgeen hiervoor
is overwogen, moet worden geoordeeld dat de bestreden beslissing niet voldoet aan de daaraan ingevolge de jurisprudentie van de beroepscommissie te stellen eisen en dat de tenuitvoerlegging daarvan voor schorsing in aanmerking komt. Het verzoek zal
daarom worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 2 juni 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven