Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2524/GV, 16 oktober 2017, beroep
Uitspraakdatum:16-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          17/2524/GV

 

betreft: [klager]                       datum: 16 oktober 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. Y.L. Zandbergen, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 juli 2017 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

 

2.         De standpunten

Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager stelt nu voor de vierde keer voor hetzelfde feit gestraft te worden. Hij heeft al drie maanden extra straf gekregen voor het doorknippen van de enkelband en het wegblijven van verlof. Hij mag niet deelnemen aan Bronx projecten en eerdere verzoeken om verlof zijn afgewezen. Juist is dat klager zich na afloop van een in beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) verleend regimair verlof heeft onttrokken aan detentie. Deze onttrekking duurde van 7 juni 2016 tot 2 januari 2017. Sindsdien is klager andermaal gedetineerd, waarbij de datum van invrijheidsstelling 31 januari 2018 is. Uit het vrijhedenadvies van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn volgt dat door de directeur positief is geadviseerd op klagers verzoek. Klager is bereid zich te houden aan door de directeur genoemde voorwaarden gedurende zijn verlof. Klager vertoont gedurende zijn detentie uitsluitend positief gedrag. Klager is nimmer disciplinair gestraft, heeft geen positieve urinecontroles en neemt vanaf maart 2017 deel aan het plusprogramma. Alhoewel volgens eerdere beslissingen van uw beroepscommissie een onttrekking aan de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf een contra-indicatie vormt voor verlofverlening, had de door de selectiefunctionaris te maken belangenafweging in het voordeel van klager uit moeten vallen. Er is sprake van een beperkt strafrestant waarbij in detentie uitsluitend sprake is van positief gedrag. Voorts is niet gebleken dat gedurende de eerder verleende regimaire verloven sprake is geweest van incident en/of slachtofferproblematiek.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De adviezen van de politie, het Openbaar Ministerie (OM) en de Reclassering en alle omstandigheden in overweging nemende hebben doen besluiten het verlof af te wijzen. Gelet op het feit dat klager zich vanuit de b.b.i. lange tijd heeft onttrokken aan detentie  bestaat er op dit moment geen vertrouwen in een goed verloop van het algemeen verlof. Hierbij wordt de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 4 onder a en de van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling) in acht genomen. Gelet op de naderende einddatum van klager waarvan op dit moment nog zo’n zes maanden resteert, wordt het belang van resocialisatie op termijn erkend. Klager heeft nog de mogelijkheid verzoeken te doen tot algemeen verlof. De thans resterende detentieduur wordt nog voldoende geacht om in die periode algemeen verlof toe te kennen en/of een andere vorm van resocialisatie in te zetten.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.

De directeur van de p.i. Groot Alphen heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag en adviseert om het verlof wel te laten plaatsvinden onder de bijzondere voorwaarden; een locatieverbod, een locatiegebod en toepassen van elektronische controle.

Het OM heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag vanwege een ernstig vermoeden dat klager zal proberen zich aan zijn detentie te onttrekken. De reclassering heeft aangegeven dat het opgegeven verlofadres geschikt is voor toepassing van elektronische controle. Wel is er een locatieverbod en een locatiegebod geïndiceerd.

De politie heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag en heeft aangegeven geen bezwaar te hebben wanneer klager het verlof doorbrengt op het opgegeven verlofadres.

 

3.         De beoordeling

Klager ondergaat een gevangenisstraf van  vier jaar met aftrek, wegens poging tot doodslag. Aansluitend dient hij 21 dagen vervangende hechtenis te ondergaan in verband met het niet voldoen van een opgelegde schadevergoedingsmaatregel. Aansluitend dient klager drie maanden gevangenisstraf te ondergaan wegens uitstel afstel v.i. Klagers einddatum is thans gesteld op 31 januari 2018.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Voorop dient te worden gesteld dat bij de beoordeling van verzoeken om algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het individuele belang van de gedetineerde om zich tijdig en goed voor te kunnen bereiden op zijn terugkeer in de samenleving. Aan de andere kant is er het algemene belang van (onder meer) orde, rust en veiligheid in de samenleving en een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf.

Klagers einddatum van detentie is in zicht. Zijn gedrag in de inrichting is goed. Wel is er een locatieverbod en een locatiegebod geïndiceerd. De politie heeft positief geadviseerd ten aanzien van het verlofadres en de reclassering heeft aangegeven dat het opgegeven verlofadres geschikt is voor toepassing voor elektronische controle. Naar het oordeel van de beroepscommissie kan aan de vrees van het OM voor onttrekking van klager aan zijn detentie deels tegemoet worden gekomen door toepassing van elektronische controle. Bovendien dient klagers belang in dit stadium van zijn detentie  in verband met de voorbereiding op zijn naderende terugkeer in de maatschappij – te prevaleren boven het risico dat de tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf niet ongestoord zal verlopen. De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren, de bestreden beslissing vernietigen en de Staatssecretaris opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Zij ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

 

 

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 16 oktober 2017

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven