Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2237/GB, 12 oktober 2017, beroep
Uitspraakdatum:12-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         17/2237/GB

 

Betreft:            [Klager]           datum: 12 oktober 2017

 

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. van Stratum, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 juli 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 8 december 2014 gedetineerd. Hij verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Zijn verzoek tot deelname aan een p.p. is op 5 juli 2017 afgewezen. Op 28 juli 2017 is hij alsnog voor deelname aan een p.p. geselecteerd, als gevolg waarvan hij op 4 augustus 2017 bij de Extramurale Detentie (EMD) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Leeuwarden is ingeschreven.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Het verzoek tot deelname aan een p.p. is afgewezen vanwege het ontbreken van een invulling hiervan. Het dagprogramma, dat minimaal 26 uur behelst, kan echter goed worden gecontroleerd. De enkele omstandigheid dat de senior casemanager meent onvoldoende tijd en/of gelegenheid te hebben vanuit Leeuwarden controle op de werkplek in Amsterdam uit te oefenen, is niet zonder meer redengevend om het verzoek af te wijzen, nu alternatieven, zoals het inschakelen van een collega die over meer tijd beschikt of in de omgeving werkt, voorhanden zijn. De afstand is niet onoverbrugbaar en in soortgelijke gevallen van andere gedetineerden heeft het voornoemde geen onaanvaardbare problemen opgeleverd. Klager heeft tijdens zijn huidige detentie reeds met goed resultaat (onbegeleid) vrijheden buiten de inrichting genoten en heeft ook overigens van goed en verantwoord gedrag blijk gegeven. Gelet op klagers medische en geestelijke situatie is het in zijn bijzondere geval lastig en tijdrovend een andere passende werkomgeving te zoeken. Zijn handicap kan hem in redelijkheid niet worden verweten. Klagers belang bij resocialisatie dient, gelet op de naderende einddatum van zijn detentie en het zwaarwegende advies van de reclassering, die aan het p.p. invulling heeft gegeven, te prevaleren boven mogelijke capaciteitsproblemen en de volle agenda van de senior casemanager, die niet met redenen zijn omkleed. Minder ingrijpende alternatieven zijn niet, dan wel onvoldoende onderzocht. De bestreden beslissing is daarom niet zorgvuldig tot stand gekomen en ondeugdelijk gemotiveerd, zodat deze dient te worden vernietigd. Namens klager is om toekenning van een financiële tegemoetkoming verzocht.  

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager dient over een dagprogramma van minimaal 26 uur per week te beschikken teneinde aan een p.p. te kunnen deelnemen. Dit programma dient door de senior casemanager tijdens klagers aanwezigheid op zijn werkplek te worden gecontroleerd. Klager heeft aangegeven drie maanden op proef bij een werkgever in Amsterdam te kunnen werken. De senior casemanager heeft echter te kennen gegeven niet in staat te zijn de gewenste controle vanuit Leeuwarden naar Amsterdam uit te voeren. Een overdracht naar Amsterdam is onderzocht, maar niet mogelijk gebleken vanwege onderbezetting binnen het samenwerkingsverband in Amsterdam. De senior casemanager heeft gezegd naar een passende werkgever c.q. invulling van het dagprogramma op zoek te zullen gaan. Nu klager een kantoorbaan op administratief gebied wenst, bij voorkeur een kantoor voor hemzelf, daar hij niet met meer dan drie mensen in één ruimte kan verblijven, valt het echter niet mee een geschikte werkplek voor hem te vinden. Van klager wordt een inspanning hieromtrent verwacht, waarbij hij rekening met een redelijke afstand van zijn werk tot zijn woonplaats dient te houden. Het verzoek is afgewezen, omdat geen invulling van klagers p.p. bestond. Met ingang van 4 augustus 2017 neemt klager echter alsnog deel aan een p.p. met een dagprogramma dat kan worden gecontroleerd. Voorts blijkt uit de e-mail van een medewerker van de backoffice van 26 juli 2017 dat de datum waarop klager voor deelname aan een p.p. in aanmerking zou komen, is gewijzigd in 4 augustus 2017. De datum die in het selectieadvies is vermeld, is onjuist. Gelet daarop meent de selectiefunctionaris dat klager geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep.

3.3.      Over klagers verzoek tot deelname aan een p.p. zijn de volgende adviezen uitgebracht. De vrijhedencommissie van de locatie Zuyder Bos heeft op 26 juni 2017 negatief over klagers verzoek geadviseerd, omdat klager op dat moment geen geschikte dagbesteding had en daarmee niet aan alle criteria voor deelname aan een p.p. voldeed. Op 26 juli 2017 heeft de vrijhedencommissie van de locatie Zuyder Bos alsnog positief geadviseerd, waarbij een meldplicht, een locatiegebod, dagbesteding en controle door middel van elektronisch toezicht als bijzondere voorwaarden zijn geadviseerd.  

 

4.         De beoordeling

4.1.      Hoewel klager op 28 juli 2017 alsnog voor deelname aan een p.p. is geselecteerd, zal de beroepscommissie het beroep inhoudelijk beoordelen, nu namens klager om toekenning van een financiële tegemoetkoming is verzocht.

4.2.      In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.3.      De beroepscommissie stelt vast dat de afwijzing van klagers verzoek tot deelname aan een p.p. op 5 juli 2017 is afgewezen, omdat op dat moment nog geen invulling van het dagprogramma bestond ter zake waarvan controle uitvoerbaar was. De senior casemanager, die met bovengenoemde controle is belast, heeft blijkens het selectieadvies van 28 juni 2017 de afstand van Leeuwarden, waar klager administratief is ondergebracht en waar zijn verlofadres is gelegen, naar Amsterdam, waar de door klager voorgedragen werkgever is gevestigd, te groot geacht om contacten op de werkplek te onderhouden, zodat een adequate uitoefening van controle bij deze werkgever niet uitvoerbaar was. Blijkens het selectieadvies van 26 juli 2017 is inmiddels een geschikte werkgever in Leeuwarden gevonden, waar klager als algemeen medewerker tewerk kan worden gesteld. Gelet hierop heeft de vrijhedencommissie van de locatie Zuyder Bos op 26 juli 2017 positief geadviseerd en heeft de selectiefunctionaris klager op 28 juli 2017 alsnog voor deelname aan een p.p. geselecteerd. Bij deze gang van zaken kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 12 oktober 2017.

 

 

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven