Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0547/SGA, 23 februari 2016, schorsing
Uitspraakdatum:23-02-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/547/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 23 februari 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. Y.H.G. van der Hut, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie De Schie te Rotterdam.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie, inhoudende dat verzoeker, ondanks dat hij vanuit het basisregime is
teruggeplaatst in het plusregime, niet de bezoektijden heeft toebedeeld gekregen die hij voorheen in het plusregime genoot.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 17 februari 2016 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 22 februari 2016.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.

Verzoeker stelt dat de directeur geen gevolg heeft gegeven aan de uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie d.d. 8 februari 2016 , nummer 16/347/SGA, door
de voor verzoeker geldende bezoekuren niet in overeenstemming te brengen met het ingevolge genoemde uitspraak vooralsnog voor verzoeker geldende 'plusregime'.

De directeur heeft op dit punt gemotiveerd verweer gevoerd, inhoudend dat sinds 4 januari 2016 sprake is van gewijzigde (vervroegde) bezoektijdstippen die ook voor het 'plusregime' gelden, en de aan verzoeker toegestane bezoekduur van twee uur per
week
in overeen-stemming is met het 'plusregime' dat op dit moment op verzoeker van toepassing is.

Gelet op het vorenstaande is naar het voorlopig oordeel van de voorzitter geen sprake van een situatie waarin de directeur geen uitvoering geeft aan de beslissing van 8 februari 2016.
Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. J.W. Rijkers, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 23 februari 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven