Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2008/GB, 11 juli 2016, beroep
Uitspraakdatum:11-07-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/2008/GB

Betreft: [Klager] datum: 11 juli 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 juni 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 1 augustus 2016 te melden in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg te Den Haag ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 17 november 2015 is klager opgeroepen zich op 15 december 2015 te melden in de gevangenis van de locatie Esserheem te Veenhuizen voor het ondergaan van 21 dagen gevangenisstraf. Op 22 november 2015 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift
ingediend.
Op 23 november 2015 is klager uitstel verleend en is zijn dossier naar de Medisch Adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie (de Medisch Adviseur) gestuurd met het verzoek een detentiegeschiktheidsonderzoek te laten instellen. Op 26 mei
2016
is klager opgeroepen zich op 1 augustus 2016 te melden in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg (JCvSZ) te Den Haag voor het ondergaan van 21 dagen gevangenisstraf. Op 27 mei 2016 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 7 juni
2016 ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is lichamelijk niet in staat zijn gevangenisstraf te ondergaan. Hij kan bijna niet meer lopen en heeft hiervoor een rolstoel/scootmobiel aangemeten gekregen. Daarnaast heeft hij geen controle meer over zijn eigen benen en zal hij moeten gaan
zwachtelen om het vocht uit zijn benen te verdrijven. Hij wordt intensief verzorgd door zijn vrouw, aangezien hij hier zelf niet meer toe in staat is. Het voorgaande wordt bevestigd door verschillende partijen, onder wie de onafhankelijke medisch
adviseur Treve (advies zorg en welzijn), huisarts D. en internist-endocrinoloog M. Klager acht zich niet in staat om op 1 augustus 2016 de reis naar het JCvSZ te Den Haag af te leggen en hij kondigt aan zich dan ook niet te zullen melden.

Voorts heeft klager bezwaar tegen het feit dat de Medisch Adviseur informatie heeft opgevraagd bij klagers huisarts. De arts is er volgens klager niet van op de hoogte hoe klager eraan toe is en heeft tot nu toe niets goeds gedaan voor klager. Het door
de Medisch Adviseur ingestelde onderzoek is derhalve op incorrecte wijze uitgevoerd en bovendien is de uitslag niet meer recent. Als de selectiefunctionaris een onderzoek door de Medisch Adviseur wil laten doen, moet dit bij klager thuis gebeuren, om
te
zien wat hij wel en niet meer kan, aldus klager.
Klager verzoekt de opgelegde gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf of elektronische detentie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Zoals blijkt uit het uitstelbeleid van het Openbaar Ministerie, kan het verzoek tot uitstel slechts in uitzonderlijke omstandigheden worden toegekend. De noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf staat echter voorop. Gelet op de gezondheid
van klager is zijn dossier op 23 november 2016 naar de Medisch Adviseur gestuurd met het verzoek een detentiegeschiktheid onderzoek in te stellen.
De Medisch Adviseur heeft op 15 februari 2016 gemeld dat klager, op basis van de ontvangen informatie van zijn huisarts, afhankelijk is van derden en minder mobiel is, reden waarom hij gebruik maakt van een scootmobiel. Zijn medische situatie is echter
wel stabiel. De Medisch Adviseur heeft de situatie voorgelegd aan de arts van het JCvSZ en deze ziet geen bezwaren tegen een plaatsing aldaar., aldus de bevindingen van de selectiefunctionaris.
Het is niet aan de selectiefunctionaris om te oordelen over de wijze waarop het advies van de Medisch Adviseur tot stand is gekomen. Voorts heeft de selectiefunctionaris op 22 juni 2016 contact opgenomen met het zorgbedrijf Volwassen, te Hoensbroek.
Het
zorgbedrijf deelde mee dat klagers detentie een eventuele behandeling niet zou doorkruizen.

Verder vermeldt de selectiefunctionaris dat omzetting van de opgelegde gevangenisstraf in een taakstraf niet mogelijk is, omdat klager veroordeeld is tot een onherroepelijke vrijheidsstraf. Ten aanzien van het verzoek om de straf in het kader van
elektronische detentie ten uitvoer te leggen, merkt de selectiefunctionaris op dat de mogelijkheid van een dergelijke tenuitvoerlegging per 1 juli 2010 is afgeschaft (circulaire “Intrekking Circulaire Wijziging toepassing Elektronische Detentie” van 28
juni 2010, kenmerk 5653088/1-DJI). Bovendien is klager sinds 30 september 2015 bekend met de opgelegde gevangenisstraf en heeft hij derhalve voldoende tijd gehad om zich voor te bereiden op de tenuitvoerlegging.

3.3. Met het oog op klagers gezondheid heeft de Medisch Adviseur voormeld onderzoek gedaan naar de detentiegeschiktheid van klager. Op basis van de bevindingen is de selectiefunctionaris geïnformeerd dat klager alleen detentiegeschikt wordt geacht
voor plaatsing in het JCvSZ. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager afhankelijk is van derden en minder mobiel is, maar dat zijn medische situatie wel stabiel is.

4. De beoordeling
4.1. Het JCvSZ is (onder meer) een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een inrichting voor opvang als bedoeld in artikel 19 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager stelt op medische gronden detentieongeschikt te zijn. De beroepscommissie stelt vast dat de Medisch Adviseur op basis van diens onderzoek, waaronder informatie van klagers huisarts, geoordeeld heeft dat klager detentiegeschikt is voor
plaatsing in het JCvSZ te Den Haag, nu zijn medische situatie stabiel is. Noch uit het beroepschrift, noch uit de stukken in het dossier kan worden afgeleid dat niet van dit advies kan worden uitgegaan.

4.4. Ten aanzien van klagers verzoek tot omzetting van de aan klager opgelegde gevangenisstraf in elektronische detentie of een taakstraf, overweegt de beroepscommissie dat de Circulaire Wijziging toepassing Elektronische Detentie, kenmerk
5614792/09/DJI, met ingang van 1 juli 2010 is ingetrokken (bij Circulaire van 28 juni 2010, kenmerk 5653088/10/DJI). Er is thans geen nieuwe regeling die voorziet in de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van de aan klager opgelegde gevangenisstraf
door
middel van elektronische detentie. De opgelegde gevangenisstraf kan tevens niet worden omgezet in een taakstraf, nu het vonnis onherroepelijk is.

4.5. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.L. Heikens, secretaris, op 11 juli 2016

secretaris voorzitter

Naar boven