Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0675/SGA, 4 maart 2016, schorsing
Uitspraakdatum:04-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

DBT  v

Uitspraak

Nummer : 16/675/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 4 maart 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. C.W.J. Faber, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de
(verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voornoemde p.i., inhoudende verzoekers plaatsing in het basisprogramma.

De voorzitter heeft kennisgenomen van het klaagschrift van 29 februari 2016, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 2 maart 2016.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Verzoeker is een zogenoemde zelfmelder. Op grond van artikel 1d, vijfde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden in verband met de invoering van promoveren en degraderen (de Regeling) worden zelfmelders bij aanvang
van
hun detentie gepromoveerd. Verzoeker is echter bij aanvang van zijn detentie in de p.i. Vught door de directeur, in afwijking van en in strijd met het bepaalde in de Regeling, in het basisregime geplaatst. De facto is naar het oordeel van de voorzitter
sprake van een beslissing tot degradatie die zich niet verdraagt met de wettelijke regeling. Daarom komt de beslissing van de directeur voor schorsing in aanmerking. Als gevolg van de schorsing van de beslissing valt verzoeker, zoals van aanvang had
gemoeten, in het plusprogramma.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang, tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende klaagschrift zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 4 maart 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven