Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1006/GM, 7 juli 2016, beroep
Uitspraakdatum:07-07-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1006/GM

betreft: [klager] datum: 7 juli 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G. Palanciyan, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 8 maart 2016 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 juni 2016, gehouden in de p.i. Lelystad, is [...], hoofd zorg bij de p.i. Ter Apel, gehoord. Klager en zijn raadsman hebben schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 17 februari 2016, betreft het niet serieus nemen van klagers klachten.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Namens klager is de klacht als volgt toegelicht. Klager meent dat zijn medische klachten niet serieus worden genomen. De krampen in zijn lichaam zijn niet afgenomen en nemen voor zijn gevoel alleen maar toe. Klager is verbaasd over het verslag van de
bemiddeling van 8 maart 2016 en vraagt zich af hoe men tot de conclusie is gekomen dat de kanker niet is teruggekomen. Klager lijdt psychisch onder deze situatie. Hij kan niet goed slapen, is constant gespannen en voelt zich depressief.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klagers klachten zijn vanaf zijn binnenkomst in de inrichting op 11 december 2015 wel degelijk serieus genomen door de verpleegkundig specialist i.o., de arts en de verpleegkundigen. Klager
ontvangt de medisch noodzakelijke hulp. Mocht de inrichtingsarts het noodzakelijk vinden klager door te sturen naar een specialist, dan zal hij dat niet nalaten. Klager is op 14 januari 2016 naar het ziekenhuis geweest voor controle. De specialist
bepaalt wat wel en wat niet noodzakelijk is. Een revisie-afspraak volgt over een half jaar, tenzij een eerdere verwijzing noodzakelijk is. Thans is er geen indicatie klager in te sturen naar het ziekenhuis. Klager heeft tijdens het consult met de arts
op 17 februari 2016 dreigende taal geuit en zijn psychische klachten niet gemeld bij de medische dienst.
Klager is in maart 2015 in Turkije geopereerd aan kanker. Klager zou elk half jaar onderzocht moeten worden; volgens de Turkse arts met een bodyscan. Klager is door de medische dienst voor controle doorgezonden naar het ziekenhuis, dat een labonderzoek
voldoende achtte.

3. De beoordeling
Uit het microhisdossier komt naar voren dat klager voor zijn klachten regelmatig is gezien. Met hem zijn langdurige gesprekken gevoerd met behulp van een telefonische tolk. De beroepscommissie begrijpt uit de stukken en de ter zitting gegeven
toelichting, dat de medische dienst heeft geprobeerd klager uit te leggen dat het buitenlandse beleid kan verschillen van het Nederlands beleid. Het is aan de specialisten in het ziekenhuis om te bepalen hoe na de ingrijpende operatie van klager in het
buitenland de halfjaarlijkse controle zal plaatsvinden. Een volledige bodyscan zoals klager kennelijk in Turkije is voorgehouden is niet geïndiceerd. Medisch gezien lijkt er geen aanleiding te zijn te denken aan een metastase.
Het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien is de beroepscommissie van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter,
dr. ing. C.J. Ruissen en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Kokee, secretaris, op 7 juli 2016

secretaris voorzitter

Naar boven