Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2473/GV, 20 september 2017, beroep
Uitspraakdatum:20-09-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:   17/2473/GV

 

betreft:     […]                                                                                    datum: 20 september 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B. Kuppens, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 juli 2017 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. G.L. Gijsberts om het beroep schriftelijk toe te lichten.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

  1. De inhoud van de bestreden beslissing
    De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
     

  2. De standpunten
    Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft zich nimmer onttrokken aan detentie. De vermeende onttrekking is besproken in het kader van de vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidsstelling (v.i.) van klager. De rechter heeft daarover geoordeeld dat er reden is om aan te nemen dat klager zich wel zou melden. Klager meende zich te moeten melden bij Exodus maar werd daarvoor al aangehouden. Voorts heeft de vrijhedencommissie positief geadviseerd. Klager vertoont dus goed gedrag en wil zich middels verlof graag goed voorbereiden op een goede resocialisatie.

    Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is van 6 april 2017 tot 10 april 2017 weggegaan van Exodus waar hij in het kader van het penitentiair programma (p.p.) verbleef. Na vier dagen had klager zelfs niet meer terug kunnen keren naar Exodus, omdat hij gesignaleerd stond. De rechter heeft niet geconcludeerd dat geen sprake was van een onttrekking. De v.i. is vanwege de onttrekking juist dertig dagen uitgesteld.

    Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
    De vrijhedencommissie van het Justitieel Complex Zaanstad heeft positief geadviseerd ten aanzien van verlofverlening met enkelband, omdat de eerdere onttrekking niet in het kader stond van criminele activiteiten en klager zich goed gedraagt in de inrichting.
    De advocaat-generaal bij het ressortsparket te Den Haag heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat klager zich niet aan de voorwaarden van het p.p. heeft gehouden. In juli 2016 is klager ook al eens teruggeplaatst vanuit de zeer beperkt beveiligde inrichting, omdat hij daar onder meer nauwelijks afspraken nakwam.
    De politie heeft positief geadviseerd ten aanzien van het verlofadres.
     

  3. De beoordeling
    Klager onderging een gevangenisstraf van twaalf jaar en twee maanden met aftrek, wegens diefstal en doodslag. Thans ondergaat hij 119 dagen vervangende hechtenis in het kader van de Wet Terwee. Aansluitend dient hij dertig dagen gevangenisstraf te ondergaan wegens uitstel van zijn v.i. De einddatum van klagers detentie is thans bepaald op 11 december 2017.

    Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal drie verlofaanvragen indienen.

    Vooropgesteld dient te worden dat bij verzoeken tot algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het individuele belang van de gedetineerde om zich tijdig en goed te kunnen voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds het algemeen belang van – onder meer – de orde, rust en veiligheid in de samenleving en een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf.

    Klager heeft zich tijdens zijn recente deelname aan het p.p. niet gehouden aan de voorwaarden door zich op 6 april 2017 te onttrekken aan detentie. Hij is op 10 april 2017 door de politie aangehouden. De beroepscommissie is van oordeel dat het niet houden aan de voorwaarden van het p.p. een contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat deze, ondanks het positieve advies van de verlofcommissie, een afwijzing van klagers verlofaanvraag in dit stadium rechtvaardigt. De door de raadsman aangevoerde omstandigheid dat klager zich niet langdurig zou onttrekken doet hier niet aan af. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder d. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

     

  4. De uitspraak
    De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.



    Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

    P. de Vries, secretaris, op 20 september 2017.

     

     

     

     

     

     

                            secretaris                                                    voorzitter

Naar boven