Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2839/GV, 20 september 2017, beroep
Uitspraakdatum:20-09-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:   17/2839/GV

betreft:     […]                                                                                    datum: 20 september 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.B.O. van Soest, namens

 

[…], verder te noemen klager,

 

gericht tegen een op 25 augustus 2017 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.De inhoud van de bestreden beslissing

De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen voor zover verzocht is om meer dan acht dagen strafonderbreking.

 

2.De standpunten

Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: de medisch adviseur) heeft foutief geoordeeld over de situatie waarin klagers vrouw zich thans en na de operatie bevindt. De verzorging van klagers vrouw kan niet op een andere wijze plaatsvinden dan met hulp van klager. De Wever Thuiszorg heeft aangegeven dat klagers vrouw afhankelijk is van mantelzorg en dat De Wever Thuiszorg deze zorg niet op zich neemt. Klager is dus de enige die zijn vrouw als mantelzorger kan bijstaan en kan helpen bij het uitvoeren van veel dagelijkse bezigheden. Het advies van de medisch adviseur is dan ook onbegrijpelijk.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De medisch adviseur heeft op basis van informatie van de huisarts van klagers vrouw geconcludeerd dat geen medische noodzaak bestaat voor klager om zijn vrouw te verzorgen. De zorg kan ook op een andere wijze worden ingevuld. Klager heeft acht dagen strafonderbreking gekregen om voor zijn thuiswonende zoon te zorgen gedurende de ziekenhuisopname van klagers vrouw. Deze strafonderbreking is geëindigd op 4 september 2017.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.

De directeur van de locatie Zuyderbos te Heerhugowaard heeft, onder verwijzing naar het advies van de medisch adviseur, negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

De advocaat-generaal bij het ressortparket te Den Bosch heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag onder oplegging van drie contactverboden.

De medisch adviseur acht strafonderbreking niet op medische gronden geïndiceerd, omdat de nazorg voor klagers vrouw via thuiszorg geregeld kan worden. Klagers vrouw is al langer afhankelijk van zorgverleners, terwijl niet verwacht wordt dat haar medische situatie na de ingreep aanzienlijk zal verslechteren.

De politie heeft ten tijde van de plaatsing van klager in de beperkt beveiligde inrichting negatief geadviseerd ten aanzien van het verlofadres.

 

3.De beoordeling

Klager ondergaat een gevangenisstraf van een jaar en drie maanden met aftrek, wegens – kort gezegd – het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen. De einddatum van klagers detentie is thans bepaald op 29 juni 2018.

Op grond van artikel 34 van de Regeling kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof.

Klager heeft verzocht om strafonderbreking om tijdens de operatie van zijn vrouw voor hun zoon te kunnen zorgen en om na afloop daarvan mantelzorg te verlenen aan zijn vrouw.

Uit de stukken blijkt dat de medisch adviseur op 24 augustus 2017 heeft aangegeven dat klagers vrouw de nodige nazorg kan ontvangen via thuiszorg en dat strafonderbreking daarom niet op medische gronden geïndiceerd wordt geacht. Op 29 augustus 2017 heeft de medisch adviseur – die opnieuw is gevraagd advies uit te brengen – aangegeven bij het eerdere advies te blijven omdat al langer sprake is van afhankelijkheid van zorgverleners en niet te verwachten is dat deze situatie na de ingreep aanzienlijk zou verergeren.

Uit de door de raadsman overgelegde verklaring van De Wever Thuiszorg, die de thuiszorg aan klagers vrouw verzorgd, komt evenwel naar voren dat door en na de ingreep van belang is dat klagers vrouw direct kan plassen in verband met het herstel. Zij kan dan niet op het eerstvolgende thuiszorgmoment wachten. Uit het advies van de medisch adviseur blijkt niet dat deze omstandigheid is meegenomen bij de beoordeling, nu deze zorgvraag juist wel het gevolg is van de ingreep. Overigens acht de beroepscommissie aannemelijk dat deze zorg niet door de thuiszorg kan worden ondervangen, nu dit door De Wever Thuiszorg zelf is aangegeven. Gedurende de strafonderbreking kan klager ervoor zorgdragen dat verdere intensieve thuiszorg geregeld wordt indien nodig na zijn terugkeer in detentie.

Gelet op het vorenstaande berust de beslissing tot afwijzing van klagers strafonderbreking niet op goede gronden. De beroepscommissie zal het beroep dan ook gegrond verklaren, de bestreden beslissing vernietigen en de Staatssecretaris opdragen binnen een termijn van één week een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Zij ziet geen aanleiding klager een tegemoetkoming toe te kennen.

 

4.De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.

Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van één week na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

 

P. de Vries, secretaris, op 20 september 2017.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                        secretaris                                                    voorzitter

 

Naar boven