Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0838/SGA, 14 maart 2016, schorsing
Uitspraakdatum:14-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/838/SGA
Betreft : [... ] verzoeker datum: 14 maart 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Sittard.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissingen van de directeur van voormelde locatie van 7 maart 2016, inhoudende:
a. de oplegging van een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, voor de duur van drie dagen, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van drie maanden, welke proeftijd is
ingegaan op 7 maart 2016 om 08.30 uur en zal eindigen op7 juni 2016 om 08.30 uur; en
b. de ontzegging van de toegang tot de inrichting voor een met name genoemde bezoeker, voor de duur van drie maanden, ingaande op 7 maart 2016 en eindigend op 7 juni 2016, wegens het bij bezoek aan de locatie Sittard vanwege bezoek aan verzoeker
tijdens
controle met de hond en fouillering aantreffen van een portemonnee met daarin papiergeld.

De voorzitter heeft kennisgenomen van een tweetal klaagschriften van 8 maart 2016, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 14 maart 2016.

1. De beoordeling
Ten aanzien van de onder a genoemde beslissing overweegt de voorzitter het volgende.
Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat de op 7 maart 2016 opgelegde disciplinaire straf thans (nog) niet ten uitvoer wordt gelegd.

Nu de beslissing tot oplegging van de bestreden disciplinaire straf nog niet ten uitvoer wordt gelegd, zal het verzoek in zoverre thans niet tot het door verzoeker beoogde resultaat kunnen leiden. Verzoeker heeft daarom nog geen belang bij een
toewijzing van dit deel van zijn verzoek. Het verzoek zal daarom in zoverre worden afgewezen.

Ten aanzien van de onder b genoemde beslissing overweegt de voorzitter dat voorop dient te worden gesteld dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een
voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of
onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Uit de inlichtingen van de directeur, waaronder begrepen een zogenaamde melding complexbeveiliging van 6 maart 2016 en de in de locatie Sittard geldende bezoekregels, blijkt dat op 6 maart 2016 tijdens controle met de hond en fouillering bij
betreffende bezoeker een portemonnee met daarin papiergeld is aangetroffen terwijl uit de bezoekregels voortvloeit dat alleen los muntgeld mag worden meegenomen naar de bezoekzaal, geen beurs/portefeuille. De bezoeker was (en is) de vader van
verzoeker.
Niet is gebleken dat de vader opzettelijk de betreffende regel heeft overtreden en voorts is er geen enkele aanwijzing dat de vader van plan was om verzoeker tijdens het bezoekuur geld te overhandigen. Gelet hierop is – naar het voorlopig oordeel van
de
voorzitter - de beslissing om de vader voor de duur van drie maanden de toegang tot de inrichting te ontzeggen disproportioneel. Het schorsingsverzoek dient derhalve in zoverre te worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek ten aanzien van de onder a genoemde beslissing af en wijst het verzoek ten aanzien van de onder b genoemde beslissing toe en schorst de tenuitvoerlegging van die beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment dat de
beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 14 maart 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven