Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3044/GB, 18 september 2017, beroep
Uitspraakdatum:18-09-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.


Nummer: 17/3044/GB

Betreft: [Klager] datum: 18 september 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.G.C. van Riet, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 september 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 14 september 2017 te melden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 16 augustus 2017 opgeroepen zich op 14 september 2017 te melden in de p.i. Lelystad voor het ondergaan van 103 dagen gevangenisstraf. Op 23 augustus 2017 heeft hij hiertegen een bezwaarschrift ingediend, dat op 8 september 2017 ongegrond is verklaard. Bij wijze van uitstel van de melddatum in het kader van de onderhavige beroepsprocedure is klager op 12 september 2017 opgeroepen zich op 21 september 2017 te melden in de p.i. Lelystad voor het ondergaan van de hiervoor genoemde gevangenisstraf.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Met klagers vader, die de Nederlandse taal amper machtig is, gaat het bijzonder slecht. Daarnaast is zijn moeder, met wie hij vanwege het kleine leeftijdsverschil een zeer goede band had, plotseling overleden. De impact hiervan op klager is groot. De selectiefunctionaris gaat enkel op klagers praktische bezwaren in en merkt onder meer op dat zijn broer de financiën zou kunnen regelen, maar gaat voorbij aan de emotionele impact van het plotselinge overlijden van zijn moeder. Klagers verzoekt uitstel van drie tot vier maanden in verband met de bijzondere omstandigheden van het geval. 

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De noodzaak tot tenuitvoerlegging staat voorop, zodat slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel hiervan wordt verleend. Voor zover klager aanvoert dat het bijzonder slecht gaat met zijn vader, heeft hij niet onderbouwd dat hij de enige is die voor zijn vader kan zorgen en dat zijn aanwezigheid noodzakelijk is, nu ook zijn broer voor hem zou kunnen zorgen. In de Romatraditie bedraagt de rouwperiode na het overlijden van een persoon veertig dagen. Klagers melddatum staat aan deze periode niet in de weg, nu zijn moeder op 2 augustus 2017 is overleden. 

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager heeft verzocht om uitstel van de tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde gevangenisstraf in verband met het plotselinge overlijden van zijn moeder, hetgeen een grote emotionele impact op hem heeft gehad. Daarnaast zou het bijzonder slecht gaan met zijn vader. De medische situatie van zijn vader kan, bij gebreke van een feitelijke onderbouwing hiervan, niet als een omstandigheid op grond waarvan uitstel van de meldplicht noodzakelijk moet worden geacht, worden aangemerkt. Een dergelijke noodzaak in verband met het overlijden van klagers moeder is, hoe droevig het verlies voor klager ook zal zijn, evenmin gebleken, nu niet is onderbouwd dat klagers aanwezigheid in verband daarmee is vereist, temeer nu een rouwperiode van ruim veertig dagen onbelemmerd is geweest en de melddatum na afloop van deze periode is gelegen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard. 

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.


Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 18 september 2017.

 

secretaris voorzitter

Naar boven