Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2068/GB, 27 juni 2016, beroep
Uitspraakdatum:27-06-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/2068/GB

Betreft: [klager] datum: 27 juni 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 juni 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 24 juni 2016 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 27 mei 2016 is klager opgeroepen zich op 24 juni 2016 te melden in de p.i. Leeuwarden voor het ondergaan van zeven dagen gevangenisstraf. Op 2 juni 2016 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend, dat op 9 juni 2016 ongegrond is verklaard.
Op 20 juni 2016 is aan klager uitstel verleend en bepaald dat hij zich op 29 juni 2016 dient te melden in de p.i. Leeuwarden

3. De standpunten
3.1. In het beroepschrift, dat uitvoerig is en veel feiten bevat die zien op klagers strafrechtelijke vervolging, heeft klager aangegeven dat en waarom hij (thans) niet in aanmerking dient te komen voor een tenuitvoerlegging van de hier aan de orde
zijnde gevangenisstraf.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft zowel in bezwaar als in beroep zeer verwarrende brieven geschreven. Daarin geeft hij een opsomming van zijn dagelijkse bezigheden en daarnaast wordt uiting
gegeven aan zijn persoonlijke meningen en eigen maatschappelijke opvattingen. Klager geeft aan het weinig zinvol te vinden dat hij opgeroepen is voor een tenuitvoerlegging. Klager is in hoger beroep door het gerechtshof niet-ontvankelijk verklaard. Het
vonnis van de rechtbank van 15 december 2014 is daardoor op 7 mei 2015 onherroepelijk geworden.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Leeuwarden is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De beroepscommissie stelt voorop dat niet aannemelijk is dat verzoeker niet onherroepelijk zou zijn veroordeeld tot het ondergaan van een gevangenisstraf van zeven dagen. Uit het beroepschrift noch uit de bijgevoegde schriftelijke stukken wordt
aannemelijk dat sprake is van een dringende noodzaak, die zou maken dat de tenuitvoerlegging van die gevangenisstraf nu zodanig onredelijk of onbillijk is, dat dit een gegrondverklaring van het beroep zou kunnen rechtvaardigen. Ook gronden om de
tenuitvoerlegging tot een later moment op te schorten zijn niet aannemelijk geworden. Gelet daarop kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 27 juni 2016.

Secretaris voorzitter

Naar boven