Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 00/0688/GB, 7 augustus 2000, beroep
Uitspraakdatum:07-08-2000

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 00/688/GB

Betreft: [klager] datum: 7 augustus 2000

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 11 april 2000 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1971], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een beslissing genomen op 16 maart 2000 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klaagsters verzoek d.d. 8 februari 2000 tot plaatsing in de gevangenis voor vrouwen "Amerswiel" te Heerhugowaard afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klaagster is sedert 21 december 1998 gedetineerd. Na een verblijf in achtereenvolgens het huis van bewaring (h.v.b.) "Amerswiel" te Heerhugowaard, het h.v.b. van de penitentiaire inrichting voor vrouwen (p.i.v.) te Zwolle enhet h.v.b. van de penitentiaire inrichtingen "Utrecht", locatie penitentiaire inrichting "Nieuwegein", verblijft zij sinds 17 januari 2000 in het h.v.b. van de p.i.v. te Breda.

2.2. Klaagster heeft drie gevangenisstraffen van respectievelijk twaalf maanden met aftrek, zes maanden met aftrek en twee weken ondergaan. De v.i.-datum viel op 25 december 1999. Op die datum is de TBS van klaagster ingegaan.

3. De standpunten
3.1. Klaagster is van mening dat haar verzoek tot plaatsing in de gevangenis voor vrouwen "Amerswiel" te Heerhugowaard ten onrechte is afgewezen. Zij heeft dit als volgt toegelicht.
Ze begrijpt niet wat bedoeld wordt met "contacten in de relationele sfeer". Ze heeft, toen ze in het h.v.b. "Amerswiel" verbleef, nooit een relatie gehad met iemand die daar werkte. Bij haar overplaatsing vanuit "Amerswiel" injanuari 1999 begreep zij ook al niet waarom ze vanuit die inrichting werd overgeplaatst.
Ze zit nu ver van haar woonplaats Den Helder en haar familie en vrienden gedetineerd. Door de grote afstand moeten haar familie en vrienden veel kosten maken als ze op bezoek willen komen.
Ze is nu zestien maanden gedetineerd. Ze heeft haar gevangenisstraf uitgezeten en wacht thans op plaatsing in een TBS-kliniek. Omdat plaatsing nog wel maanden kan duren wil ze graag dichter bij haar woonplaats geplaatst worden,namelijk in Heerhugowaard. Ze wil bovendien graag in een gevangenis worden geplaatst, zodat ze meer bezoek, bezoek zonder toezicht, meer loon en meer vrijheden kan krijgen. Dit alles wordt haar nu ontnomen doordat een personeelslidvan de gevangenis "Amerswiel" problemen met haar heeft. Ze vindt dat onacceptabel.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klaagster is in december 1998 geplaatst in het h.v.b. "Amerswiel". Medio januari 1999 werd zij daar op verzoek van de directie weggeplaatst. De reden hiervoor was dat klaagster enkele personeelsleden uit de omgeving van Den Helderkende uit de privésfeer (bekendheid met familie en dezelfde vrienden- en uitgaansclub) en dat klaagster niet als sympathiek bekend stond bij deze personeelsleden. Hierdoor was er voor de betrokken personeelsleden een onwenselijke enonwerkbare situatie ontstaan.
Naar aanleiding van klaagsters verzoek tot overplaatsing is er medio maart 2000 contact opgenomen met het bureau sociale dienstverlening van die inrichting. Toen bleek dat de betrokken personeelsleden nog werkzaam waren binnen dezeinrichting is afwijzend beslist op het verzoek.
Naar aanleiding van het ingestelde beroep is wederom contact opgenomen met eerdergenoemde inrichting met de vraag of de bezwaren tegen een mogelijke plaatsing van klaagster nog actueel zijn. Hierop is door de selectiecoördinator vande inrichting telefonisch een reactie gegeven. De omstandigheden van de personeelsleden blijken ongewijzigd en een hernieuwde opname van klaagster wordt nog altijd zeer onwenselijk en onwerkbaar geacht.

4. De beoordeling
4.1. Klaagster heeft drie gevangenisstraffen ondergaan. De v.i.-datum viel op 25 december 1999 en op die datum is haar TBS ingegaan.
Zij heeft in haar verzoek van 8 februari 2000 verzocht om "overplaatsing naar de gevangenis in Heerhugowaard".

4.2. Artikel 10, eerste lid, PBW bepaalt het volgende. "Tot gevangenisstraf veroordeelden aan wie tevens de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd, kunnen na het einde van devrijheidsstraf in een gevangenis verblijven, zolang opname in de voor hen bestemde plaats niet mogelijk is". Klaagster kan dus op grond van deze bepaling, nu zij is veroordeeld tot gevangenisstraf, aan haar tevens de maatregel vanterbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd, en de v.i.-datum viel op 25 december 1999, in een gevangenis verblijven zolang opname in de voor haar bestemde plaats niet mogelijk is.
Het verzoek van klaagster richt zich ook op plaatsing in een gevangenis. De selectiefunctionaris heeft echter niet beslist op dit verzoek, maar op een vermeend verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring "Amerswiel" teHeerhugowaard. Dit volgt uit het door de selectiefunctionaris overwogene: "De reden van mijn beslissing om niet tot overplaatsing naar het huis van bewaring Amerswiel te Heerhugowaard over te gaan".
De selectiefunctionaris heeft derhalve geen beslissing genomen op het door klaagster ingediende verzoek.
Het beroep zal dan ook om die reden gegrond worden verklaard en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen met inachtneming van het voorgaande een nieuwe beslissing te nemen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, op 7 augustus 2000.

secretaris voorzitter

Naar boven