Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1602/GB, 20 september 2017, beroep
Uitspraakdatum:20-09-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 


Nummer: 17/1602/GB

Betreft: […] datum: 20 september 2017


De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.C. Pedrotti, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 mei 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Roermond afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 27 maart 2012 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager ontvangt nauwelijks bezoek van zijn echtgenote, omdat zij medisch gezien niet in staat is naar Ter Apel te reizen. Ook klager zelf heeft fysieke en psychische klachten. De medische situatie van beiden staat in direct verband met de onmogelijkheid voor klagers gezin om hem te bezoeken. Klager is afgestraft en zal over enige tijd in vrijheid worden gesteld. Tot die tijd kan hij geen regelmatig contact met zijn familie onderhouden. Regionale plaatsing voor niet-vreemdelingen geldt onder meer als uitgangspunt om het sociale netwerk van de gedetineerde niet verloren te laten gaan. Door hiermee geen rekening te houden bij klager, die wel een vreemdeling is, wordt hij gediscrimineerd op basis van zijn afkomst. Dit is in strijd met internationale en Europese verdragen. Onduidelijk is waarom klager niet naar een andere inrichting overgeplaatst zou kunnen worden. Dat het beleid om strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen in de p.i. Ter Apel te plaatsen zwaarder weegt dan bezoekproblemen wordt door de selectiefunctionaris niet beargumenteerd. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen wel degelijk elders geplaatst kunnen worden wanneer daar (bijzondere) redenen voor zijn. Klagers echtgenote heeft een reis van vier uur met vier keer overstappen af te leggen wanneer zij klager in Ter Apel wil bezoeken. Zelfs al zou zij hiertoe in staat zijn, dan is de reis nog een onredelijke belasting. Het is niet de bedoeling van de wetgever geweest om het een strafrechtelijk gedetineerde vreemdeling moeilijk te maken om contact met diens familie te onderhouden. De mogelijkheid via Skype contact te onderhouden is regelmatig buiten werking, geldt niet als vervanging voor rechtstreeks contact en komt wat betreft de duur (vijftien minuten per twee weken) niet in de buurt van het recht op een uur bezoek per week ingevolge artikel 38 van de Pbw.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. De p.i. Ter Apel is formeel aangewezen als inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen in de zin van artikel 20b van de Regeling selectie plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling). De uitvoering van dit beleid weegt zwaarder dan bezoekproblemen. Uit de bezoeklijst blijkt dat klager regelmatig bezoek krijgt, ook van zijn partner, kennelijk ondanks haar medische problemen. De medische zorg voor klager zelf kan naar behoren in of vanuit de p.i. Ter Apel verleend worden. Ook niet-vreemdelingen worden – ondanks het streven – vaak niet in het arrondissement van vestiging geplaatst, zodat geen sprake is van onderscheid. De vergelijking met een door de raadsvrouw meegestuurde positieve selectiebeslissing en het selectieadvies van een andere gedetineerde is in deze zaak niet gepast, nu elke zaak afzonderlijk wordt beoordeeld.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek, dat niet is onderbouwd, af nu zij zich op basis van de stukken voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

4.2. Onweersproken is dat klager geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft. De p.i. Ter Apel is in beginsel voor hem derhalve de aangewezen inrichting. Van het plaatsingsbeleid van artikel 20b van de Regeling kan in uitzonderlijke omstandigheden worden afgeweken. De door klager aangevoerde bezoekproblematiek kan niet als een dergelijke omstandigheid worden aangemerkt, nu het belang van een plaatsing conform het beleid van artikel 20b van de Regeling zwaarder weegt dan eventuele bezoekproblemen, die immers inherent zijn aan het ondergaan van detentie. Klager is blijkens de door de selectiefunctionaris overgelegde bezoeklijst niet verstoken van bezoek. Daarbij neemt de beroepscommissie – hoewel zij begrijpt dat klager liever rechtstreeks contact heeft – ook in aanmerking dat klager in de gelegenheid wordt gesteld door middel van een Skypeverbinding contact met zijn vrouw te onderhouden.

4.3. De beroepscommissie is overigens van oordeel dat geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd op grond waarvan moet worden geoordeeld dat sprake is van een onrechtmatig onderscheid in de zin van de door de raadsvrouw aangehaalde internationale en Europese verdragen. Daarbij moet vooropgesteld worden dat de gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico komen van de veroordeelde. Voorts heeft klager als strafrechtelijk gedetineerde vreemdeling geen te respecteren resocialisatiebelang binnen Nederland.


5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.


Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 20 september 2017.

 

 


 secretaris voorzitter

Naar boven