Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0775/GA, 12 september 2017, beroep
Uitspraakdatum:12-09-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/775/GA

 

betreft: [Klager]           datum: 12 september 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

 

[…], verder te noemen klager,

 

gericht tegen een uitspraak van 28 februari 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Esserheem, te Veenhuizen,

 

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

De beroepscommissie heeft de directeur van bovengenoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag (Eh-2016-000536) betreft:

a. de weigering een eigen televisie op cel te mogen hebben, waardoor klager huur betaalt voor de televisie die verstrekt wordt door de inrichting;

b. het feit dat de firma Strijbosch zijn televisie blijvend heeft beschadigd;

c. het feit dat in de maanden juli en augustus 2014 kosten van klagers rekening zijn afgeschreven; en

d. het niet aanbieden van Poolse televisiezenders.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.

Ten aanzien van onderdeel a: klager stelt dat de in de inrichting gehanteerde regel met betrekking tot het niet toestaan van een eigen tv op cel in strijd is met de Nederlandse wet. Ook worden in andere inrichtingen geen kosten in rekening gebracht indien een gedetineerde een eigen televisie bezit.

Ten aanzien van onderdeel b: klager stelt dat zijn defecte televisie, ondanks meerdere verzoeken, niet is gerepareerd. Klager vraagt zich af of zijn televisie nog werkt of dat deze vernietigd is.

Ten aanzien van onderdeel d: de televisies van Strijbosch zijn niet allemaal voorzien van een menu in het Pools.

De directeur heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Ten aanzien van onderdeel a: uit de huisregels van de locatie Esserheem, onder 4.5.1.1, onder b. volgt dat het een gedetineerde niet is toegestaan een eigen televisietoestel onder zijn berusting te houden. De huur voor signaalkosten bedraagt, in overeenstemming met hetgeen is bepaald in de circulaire Wijziging en aanvulling circulaire 5508700/07/DJI/standaardisering fondsen van 8 oktober 2009 (5623586/DJI/09), drie euro.

Ten aanzien van onderdeel b: klagers televisie is opgeslagen in het BAD van de inrichting. Conform de huisregels van de inrichting worden de niet toegestane goederen opgeslagen in het BAD.

Ten aanzien van onderdeel c: klager is op 5 augustus 2016 in de penitentiaire inrichting Veenhuizen geplaatst. De kosten zijn niet afgeschreven in Veenhuizen. Bovendien betreft deze klacht een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden in de maanden juli en augustus 2014.

Ten aanzien van onderdeel d: de definitieve keuze van de zenders die in de inrichting worden getoond, wordt gemaakt door de directie, overeenkomstig het overleg met de Gedeco. Deze werkwijze maakt deel uit van het standaard gehanteerde beleid.

 

3.         De beoordeling

Hetgeen in beroep is aangevoerd ten aanzien van onderdeel a. tot en met c. kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat klager zich beklaagt over algemene in de inrichting geldende regels. Tegen een algemene regel staat in beginsel geen beklag open, tenzij die regel in strijd is met hogere wet- of regelgeving. Daarvan is niet gebleken. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Met betrekking tot onderdeel d. oordeelt de beroepscommissie als volgt. Uit de inlichtingen van de directeur blijkt dat de directie, in overleg met de gedetineerdencommissie, het zenderaanbod samenstelt. De directeur heeft derhalve een keuze om rekening te houden met de gevangenispopulatie ten aanzien van het televisieaanbod. Gelet hierop is klager ontvankelijk in zijn beklag. De uitspraak van de beklagrechter zal dan ook in zoverre worden vernietigd en klager zal alsnog worden ontvangen in zijn beklag.

Uit de inlichtingen van de directeur blijkt dat de directie in overleg met de gedetineerdencommissie de bezetting van de beschikbare kanalen zodanig heeft ingevuld dat geen plaats voor een Poolse zender is ingeruimd. Deze werkwijze is als zorgvuldig aan te merken. De beslissing geen Poolse zender aan te bieden is niet in strijd met de wet, noch bij afweging van alle in aanmerking komende belangen onredelijk of onbillijk te achten. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a. tot en met c. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter ten aanzien van onderdeel d., verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag in zoverre ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

M.G. Bikker, secretaris, op 12 september 2017

 

 

 

 

 

 

 

           

           

            secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven