Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/4072/GA, 1 juli 2016, beroep
Uitspraakdatum:01-07-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Activiteiten  v

Uitspraak

nummer: 15/4072/GA

betreft: [klager] datum: 1 juli 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Sittard,

gericht tegen een uitspraak van 30 november 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Sittard, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 mei 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Sittard.

Klager, die in vrijheid is gesteld, is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de insluiting van klager tijdens het sporten.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 5,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Door de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Uit de brief van de inrichtingsarts van 2 oktober 2015 volgt dat klager wel mocht sporten, maar niet intensief. Klager had naar fitness kunnen gaan en in zijn eigen tempo kunnen sporten. Klagers mentor heeft dit met klager besproken. De inrichtingsarts
heeft klager gezien en dit ook met hem besproken. Omdat klager desondanks niet ging sporten, is hij terecht en conform de regels ingesloten tijdens de sport.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit het bij de stukken gevoegde schrijven van de inrichtingsarts van 2 oktober 2015 volgt dat klager niet intensief mocht sporten. Door de directeur is toegelicht dat de inrichtingsarts klager heeft gezien en met hem heeft besproken dat hij wel mocht
fitnessen en/of in zijn eigen tempo mocht bewegen en dat ook klagers mentor dit aan klager heeft uitgelegd.
Nu klager zich desondanks niet heeft opgegeven voor de sport, kan de beslissing om hem gedurende de sport(uren) in te sluiten niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep van de directeur gegrond verklaren, de
uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en mr. M.M. Boone, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 juli 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven