Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0175/GB en 16/1176/GB, 3 juni 2016, beroep
Uitspraakdatum:03-06-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummers: 16/175/GB en 16/1176/GB

Betreft: [klager] datum: 3 juni 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften ingediend door mr. C.G.J.E. Lut namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de op 5 november 2015, 23 december 2015 en 17 maart 2016 genomen beslissingen van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door de kantoorgenoot van zijn raadsvrouw mr. N.M.E. Verpaalen, op 20 mei 2016 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager in het bezwaarschrift gericht tegen de beslissing hem te plaatsen op de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (BPG) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught aanvankelijk niet-ontvankelijk in het
bezwaar verklaard (16/175/GB) en bij nieuwe beslissing van 17 maart 2016 het bezwaar vervolgens ongegrond verklaard (16/1176/GB).

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 1 september 2014 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel. Op 6 november 2015 is hij geplaatst in de BPG te Vught, waar een individueel regime geldt.

2.2. Bij uitspraak van 30 mei 2016, met nummer 16/611/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid van de Pbw, is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 17 februari 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de
p.i. Ter Apel betreffende de oplegging van een disciplinaire straf van twee dagen opsluiting in een strafcel en de overige vijf dagen in een zogenaamde passantencel, wegens betrokkenheid bij een vechtpartij, ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 30 mei 2016, met nummer 16/799/GA, van genoemde beroepscommissie is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 17 februari 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de p.i. Ter Apel betreffende de beslissing klager niet
te laten promoveren omdat onvoldoende is gebleken van een belangenafweging, gegrond verklaard en is klager een tegemoetkoming van € 30,= toegekend.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Verwezen wordt naar de uitvoerige beroepschriften met bijlagen.
Bij 16/175/GB is de selectiefunctionaris ten onrechte uitgegaan van niet-ontvankelijkheid, omdat hij binnen de gestelde termijn geen gronden voor het bezwaar zou hebben ontvangen. De gronden zijn tijdig, op 26 november 2015, ingediend.
16/175/GB en 16/1176/GB:
De beslissing klager op de BPG te plaatsen is onbegrijpelijk en niet proportioneel. Klager is wel in staat in een normaal regime te verblijven. In de p.i. Ter Apel is gezocht naar alternatieven om klager gelegenheid te geven zijn emoties anders te
uiten. Deelname aan individuele sport zou een oplossing en een uitlaatklep voor hem kunnen zijn. Hij was heel blij met dit voorstel van de psycholoog en heeft op dit voorstel positief gereageerd. Het was een slag voor hem, toen bleek dat hem toch een
afzonderingsmaatregel werd opgelegd, dat hij op de BPG geplaatst zou worden en dat het perspectief op individuele sport zo maar verdween. Er is onvoldoende rekening gehouden met klagers emoties. Dit was teveel voor hem. In plaats van een stap vooruit
is
een aantal stappen terug gezet. Klager is in de iso geplaatst, omdat hij opstandig en boos was. Hij heeft niet gevochten en niemand bedreigd. Hij heeft alleen gescholden. Plaatsing op de BPG was niet nodig. Er is geen sprake van een ernstige
beheersrisico. Klager had kunnen leven met een overplaatsing naar een andere reguliere p.i. maar realiseert zich dat dit bijna niet mogelijk is, omdat hij geen verblijfstitel heeft. Op de BPG mag hij helemaal niets.
Hij heeft een vechtpartij op de BPG gehad, waarvoor hij in de iso is geplaatst, maar inmiddels gaat het goed met hem. Hij mag waarschijnlijk binnenkort promoveren naar een andere groep.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
16/175/GB: Het aanvullende bezwaar is inderdaad ontvangen, maar niet (tijdig) bij de selectiefunctionaris terecht gekomen. De raadsvrouw zijn excuses aangeboden en aangegeven is dat het beroep kan worden vervolgd (16/1176/GB).
16/175/GB en 16/1176/GB:
Uit het selectieadvies van de p.i. Ter Apel blijkt dat daar sprake was van voortdurende verbale agressie, diverse incidenten met fysieke agressie en opstandig gedrag.
Disciplinaire straffen en begeleidingsgesprekken hebben niet kunnen leiden tot
verbetering van klagers gedrag.

4. De beoordeling
4.1. Ten aanzien van 16/175/GB overweegt de beroepscommissie dat de selectiefunctio-naris ten onrechte heeft geoordeeld dat de gronden voor het bezwaar niet (tijdig) waren ontvangen. De beroepscommissie zal ermee volstaan het beroep voor wat betreft de
beslissing van de selectiefunctionaris klager niet-ontvankelijk in het bezwaar te verklaren, gegrond te verklaren. Zij zal klager geen tegemoetkoming toekennen, nu het beroep hieronder onder nummer 16/1176/GB alsnog inhoudelijkwordt beoordeeld. De
selectiefunctionaris heeft de raadsvrouw zijn excuses aangeboden.

16/175/GB inhoudelijk en 16/1176/GB:
4.2. De BPG te Vught is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een
uitgebreid beveiligingsniveau.

4.3. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In het
individueel regime kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een
regime van algehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te ver-blijven.

4.4. De selectiefunctionaris heeft de over klagers persoonlijkheid en gedrag verstrekte
gegevens in redelijkheid kunnen aanmerken als een indicatie voor plaatsing in een individueel regime in een BPG. Met name weegt zwaar dat klager in de p.i. Ter Apel betrokken is geweest bij diverse incidenten waarvoor hem rapport is
aangezegd. Hij heeft een medegedetineerde met een potlood in de wang gestoken - de wond moest gehecht worden - en meermalen ernstige dreigementen geuit. Kort voor zijn over- plaatsing naar de BPG heeft klager zich ten onrechte ziek gemeld en is hij
vervolgens zonder toestemming naar een andere afdeling gegaan. Toen klager hierop werd aangesproken, heeft hij medegedetineerden uitgescholden, tegen personeel gezegd dat hij hun koppen eraf moest hakken en daarop moest stampen. In zijn cel aangekomen
was sprake van voortdurend schelden, schreeuwen en trappen tegen de deur. Nadat klager had vernomen dat hij zou worden teruggeplaatst in het basisregime, is klager weer gaan dreigen en schelden. Klager heeft deze incidenten niet of onvoldoende
gemotiveerd weersproken. Nu disciplinaire straffen en begeleidingsgesprekken niet hebben kunnen leiden tot verbetering van klagers gedrag behoorde handhaving in de p.i. Ter Apel niet tot de mogelijkheden.
Gelet op het bovenstaande kan de beslissing klager te plaatsen in de BPG, een inrichting met een individueel regime, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager heeft overigens toegegeven op de BPG betrokken te zijn geweest bij een
vechtpartij, maar gezegd dat het inmiddels goed met hem gaat en hij binnenkort zal promoveren naar een andere groep.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep nummer 16/175/GB gegrond voor watbetreft de niet-ontvankelijk verklaring van klager in het bezwaar en verklaart voor het overige (16/175/GB inhoudelijk en 16/1176/GB) het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W. F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 juni 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven