Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/606/GB, 2 juni 2016, beroep
Uitspraakdatum:02-06-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/606/GB

Betreft: [Klager] datum: 2 juni 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 februari 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van een penitentiaire inrichting (p.i.) in de omgeving van Groningen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 3 februari 2015 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Vught.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klagers vriendin is hoogzwanger. Het is onjuist dat de selectiefunctionaris hiermee geen rekening houdt. Klagers vriendin en hun pasgeboren zoontje moeten vanuit Groningen acht uur reizen om klager in de p.i. Vught te bezoeken. Bij de p.i. Vught zullen
zij minstens een half uur moeten wachten om naar binnen te kunnen. Gezien de weersomstandigheden is het niet goed voor de gezondheid van de pasgeboren baby om buiten in de kou te moeten wachten op een bus of een trein. Klager stelt dat zijn vriendin
gestrest is en hij haar niet kan ondersteunen, omdat hij voorlopig nog niet afgestraft is. Zelfs de rechter in klagers strafzaak vroeg zich af waarom klager geen verzoek tot overplaatsing had ingediend. Klager stelt positief gedrag te zullen vertonen
en
wil de stijgende lijn graag aanhouden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is preventief ingesloten voor het arrondissementsparket Zeeland-West-Brabant. Zijn plaatsing in de p.i. Vught is derhalve een juiste plaatsing geweest op grond van artikel 21, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
gedetineerden. Klager dient als preventief gehechte zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting te worden geplaatst. Door een overplaatsing naar een inrichting in de regio van Groningen zou hij aanmerkelijk verder van het parket van insluiting
worden ondergebracht. Voorts zijn eventuele problemen bij het ontvangen van bezoek inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. De selectiefunctionaris ziet in het geval van klager
onvoldoende gronden om een uitzondering te maken op het gevoerde beleid. Indien klager binnenkort veroordeeld wordt, kan hij in het kader van een selectie naar een inrichting voor afgestraften, zijn voorkeur kenbaar maken voor de gevangenis van een
inrichting in de regio van Groningen.

Inmiddels is de vriendin van klager bevallen. Onlangs heeft de rechtbank te Breda klager in het kader van een kraambezoek een schorsing van vijf dagen toegekend. Klager is keurig teruggekeerd van deze schorsing. In week elf wordt klager overgebracht
naar het Pieter Baan Centrum, dit zal voor een periode van acht weken zijn. Vervolgens zal klager teruggeplaatst worden in het h.v.b. van de p.i. Vught.

3.3. Ten aanzien van klagers verzoek heeft de directeur van de p.i. Vught in het selectieadvies van 16 februari 2016 negatief geadviseerd. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager preventief is ingesloten voor het arrondissementsparket
Zeeland-West-Brabant.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat preventief gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in of nabij het arrondissement van vervolging, mits dit h.v.b. is toegewezen aan
het
arrondissement van vervolging. Van dat uitgangspunt kan onder omstandigheden worden afgeweken. Er dient dan sprake te zijn van een voldoende sociale en/of medische indicatie, onderbouwd door een verklaring van een deskundige.

4.3. Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Zeeland-West-Brabant en als preventief gehechte in het h.v.b. van de p.i. Vught geplaatst. Klager heeft verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. van een inrichting in de omgeving van
Groningen
in verband met bezoekproblemen die zijn vriendin en hun pasgeboren baby zouden ondervinden. De door klager genoemde omstandigheden zijn onvoldoende zwaarwegend om hem over te plaatsen. Bezoekproblemen zijn nu eenmaal inherent aan het ondergaan van
detentie. Voorts ontbreekt een door een deskundigenverklaring onderbouwde sociale of medische indicatie. Indien en zodra klager in eerste aanleg wordt veroordeeld kan hij, in het kader van een selectie naar een gevangenis, zijn voorkeur voor een
gevangenis in de regio van Groningen kenbaar maken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, mede gezien het negatieve selectieadvies, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet
als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.L. Heikens, secretaris, op 2 juni 2016

secretaris voorzitter

Naar boven