Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0537/GA, 16/0568/GA, 16/0801/GA e.a., 30 mei 2016, beroep
Uitspraakdatum:30-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 16/537/GA, 16/568/GA, 16/801/GA, 16/1021/GA en 16/1071/GA t/m 16/1073/GA

betreft: [...] datum: 30 mei 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen vier uitspraken van 26 februari 2016 en een uitspraak van 16 maart 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Roermond en twee uitspraken van 29 januari 2016 van de beklagcommissie bij de locatie Roermond, betreffende:
a. het niet reageren op klagers verzoeken de casemanager te mogen spreken;
b. het door klager niet voorhanden mogen hebben van een eigen televisietoestel;
c. het chanteren van klager met betrekking tot het kleurensysteem;
d. het insluiten van klager terwijl medegedetineerden uitgesloten worden;
e. een gesprek tussen klager en zijn mentor;
f. het openen van post aan klager van de ambassade;
g. het dagprogramma,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beklagcommissie heeft het beklag als vermeld onder a. ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag als vermeld onder b. De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag als vermeld onder c., d., e.
en g. en het beklag als vermeld onder f. ongegrond verklaard; een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Roermond in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de beroepen en klager om de beroepen schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. overweegt de beroepscommissie het volgende.

Vaststaat dat klager op 17 november 2015 en 29 november 2015 heeft verzocht om in contact te komen met de casemanager. Dit contact heeft plaatsgevonden op 30 december 2015. Met de beklagcommissie is de beroepscommissie van oordeel dat het onredelijk
lang heeft geduurd voordat klager in contact is gekomen met de casemanager. Het beklag had daarom gegrond verklaard moeten worden. De omstandigheid dat dit gesprek – achteraf bezien – niet noodzakelijk was, doet hier niet aan af. De beroepscommissie
zal
het beroep derhalve gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij ziet aanleiding klager geen tegemoetkoming toe te kennen.

Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder b., c., d., e., f. en g. overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot andere beslissingen kan leiden dan die van de beklagcommissie en de beklagrechter. Deze
beroepen zullen derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraken van de beklagcommissie en de beklagrechter zullen worden bevestigd.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
De beroepscommissie verklaart de overige beroepen ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie en de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 30 mei 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven