nummer: 16/833/GA
betreft: [...] datum: 26 mei 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 1 maart 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuid te Arnhem, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zuid in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 10,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet laten sporten van klager wegens plaatsgebrek, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat klager gedurende twee maanden niet heeft kunnen sporten. Een tegemoetkoming van
€ 10,= per keer is gepast. Derhalve wordt verzocht om een tegemoetkoming van € 160,=.
De directeur kan zich verenigen met de beslissing van de beklagrechter.
3. De beoordeling
Uit artikel 48, tweede lid, van de Pbw volgt dat gedetineerden recht hebben op tweemaal drie kwartier sport per week. De directeur heeft niet weersproken dat klager twee maanden lang geen sportmomenten zijn geboden. Gelet hierop kan de beroepscommissie
zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk
€ 80,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 80,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 26 mei 2016.
secretaris voorzitter