Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0570/GA, 25 mei 2016, beroep
Uitspraakdatum:25-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/570/GA

betreft: [...] datum: 25 mei 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 februari 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel, voor zover daartegen beroep is ingesteld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw mr. I.N. Weski om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een bewaardersarrest, een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel en een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel met cameratoezicht voor de duur gedurende de periode van 3 tot 6 december 2015 wegens
dronkenschap;
b. het ontzeggen van de toegang tot de inrichting van klagers bezoekster voor de duur van twee maanden met ingang van 3 december 2015, wegens het invoeren van contrabande.

De beklagcommissie heeft het beklag als vermeld onder a. ongegrond verklaard voor zover het betrekking heeft op het afdelingsarrest en gegrond voor zover het betrekking heeft op de ordemaatregel en de disciplinaire straf, onder toekenning van een
tegemoetkoming van
€ 10,=. De beklagcommissie heeft het beklag als vermeld onder b. gedeeltelijke gegrond en gedeeltelijk ongegrond verklaard; een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn beroep niet toegelicht en de directeur heeft het standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep gericht tegen het ongegrondverklaarde gedeelte van het beklag als vermeld onder a. overweegt de beroepscommissie dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve in
zoverre ongegrond worden verklaard.
Ten aanzien van het beroep gericht tegen de hoogte van de tegemoetkoming die is toegekend vanwege het gegrondverklaarde gedeelte van het beklag als vermeld onder a. overweegt de beroepscommissie als volgt. Dit deel van het beklag is gegrond verklaard,
omdat de ordemaatregel en disciplinaire straf in strijd met de wet zijn opgelegd. De beroepscommissie kan zich gelet hierop niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook in zoverre gegrond worden verklaard, de uitspraak van de
beklagcommissie zal in zoverre worden vernietigd en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming bepalen, namelijk € 30,=.

Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder b. leest de beroepscommissie voor wat betreft 3.2.2, tweede regel van de uitspraak van de beklagcommissie in plaats van “drie maanden” “twee maanden”. Zij overweegt dat hetgeen in beroep is
aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard, met deels wijziging van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gericht tegen de hoogte van de tegemoetkoming die is toegekend vanwege het gegrondverklaarde gedeelte van het beklag als vermeld onder a. gegrond en vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Zij bepaalt dat klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.
De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie met deels wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 25 mei 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven