nummer: 16/565/GA
betreft: [...] datum: 25 mei 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 15 februari 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zuyder Bos in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 25,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het insluiten van klager tijdens de arbeidsuren, terwijl klager arbeidsongeschikt is, op de gronden als in de aangehechte
uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat klager sinds het indienen van de klacht op 18 augustus 2015 tot op heden ongemak ondervindt. Klager wordt tijdens de arbeidsuren nog steeds niet uitgesloten en de ruimte
waar klager naartoe kan gaan tijdens de arbeid is afgekeurd.
De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De ruimte waar klager naartoe kan gaan tijdens de arbeidsuren is naar aanleiding van de uitspraak van de beklagrechter naar haar tevredenheid opgeknapt. De tegemoetkoming van € 25,= ziet slechts op de
periode dat klager werd ingesloten tijdens de arbeid.
3. De beoordeling
Bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming is van belang de duur van de periode waarin klager tijdens de arbeid is ingesloten dan wel zich diende op te houden in de afgekeurde arbeidsvervangende ruimte.
Het beklag dient te worden ingediend binnen zeven dagen na hetgeen waarover wordt geklaagd. Het klaagschrift dateert van 18 augustus 2015. De in beroep relevante periode loopt derhalve van 11 augustus 2015 tot en met 18 februari 2016, de datum van
verzending van de uitspraak van de beklagrechter; een periode van ruim zes maanden.
Gedurende die periode heeft klager ongemak ondervonden doordat hij tijdens de arbeidsuren is ingesloten dan wel zich diende op te houden in de afgekeurde arbeidsvervangende ruimte. De beroepscommissie acht gezien het vorenstaande een hogere
tegemoetkoming passend en geboden. Zij bepaalt de hoogte van de tegemoetkoming op € 50,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 25 mei 2016.
secretaris voorzitter