Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0332/GA, 12 mei 2016, beroep
Uitspraakdatum:12-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/332/GA

betreft: [klager] datum: 12 mei 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 januari 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Veenhuizen, locatie Esserheem

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 april 2016, gehouden in de p.i. Lelystad, is
[...], juridisch medewerker bij de p.i. Veenhuizen locatie Esserheem gehoord. Als toehoorder was aanwezig [...], stagiaire bij de locatie Esserheem. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het vernietigen van klagers mobiele telefoon.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Na de vondst van een mobiele telefoon op klagers cel op 25 september 2015 is klager disciplinair gestraft. Hij heeft 14 dagen in een isoleercel
doorgebracht. Daarna werd hem medegedeeld dat zijn mobiele telefoon wordt vernietigd. Klager is het hier niet mee eens, want het is zijn eigendom.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De op klagers cel gevonden mobiele telefoon is in beslag genomen. Klager is niet de eigenaar van de telefoon. Het feit dat de telefoon op zijn cel
is gevonden, wil niet zeggen dat die ook zijn eigendom is. Klager heeft na de vondst niet direct aangegeven dat hij de eigenaar is van de telefoon. Er is niemand anders die de eigendom claimt. Het is niet toegestaan een inbeslaggenomen telefoon terug
te
geven. Ook het uitvoeren van de telefoon stuit op problemen. De huidige telefoons hebben meer mogelijkheden dan vroeger om informatie in op te slaan. De inrichting weet niet welke informatie dan naar buiten zou komen. De inrichting beschikt verder niet
over de techniek en de middelen om de telefoons op inhoud te controleren. De inrichting wil illegale telefoons niet in het normale verkeer hebben, ongeacht of klager eigenaar is of niet. Daarom worden deze vernietigd. De mobiele telefoon is overigens
nog niet vernietigd in afwachting van de uitspraak van de beroepscommissie op het beroep. De handelwijze van de inrichting omtrent gevonden telefoons staat niet in de huisregels, maar is sinds 19 oktober 2015 wel te vinden op de kabelkrant.

3. De beoordeling
In artikel 45 van de Pbw is – voor zover hier van belang, het volgende bepaald:
“1. In de huisregels kan worden bepaald dat het bezit van bepaalde soorten voorwerpen binnen de inrichting of een bepaalde afdeling daarvan verboden is, indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de
inrichting, dan wel de beperking van de aansprakelijkheid van de directeur voor de voorwerpen.
2. (...)
3. (...)
4. (...)
5. De directeur is bevoegd voorwerpen ten aanzien waarvan geen toestemming is verleend dan wel die zijn verboden, ingevolge het eerste onderscheidenlijk het tweede lid, in beslag te nemen. Hij draagt zorg dat deze voorwerpen hetzij onder afgifte van
een
bewijs van ontvangst ten behoeve van de gedetineerde op diens kosten worden bewaard, hetzij voor diens rekening worden gezonden aan de verzender of een door de gedetineerde op te geven adres, hetzij met toestemming van de gedetineerde worden
vernietigd,
hetzij aan een opsporingsambtenaar ter hand worden gesteld met het oog op de voorkoming of opsporing van strafbare feiten.”

Naar het oordeel van de beroepscommissie is het vernietigen van de op klagers cel aangetroffen mobiele telefoon afhankelijk van diens toestemming. In voormeld artikel 45 wordt niet de eis gesteld dat de gedetineerde het eigendom heeft van de te
vernietigen zaak. Ook indien de gedetineerde bezitter niet-eigenaar is of de zaak houdt voor een ander, is naar het oordeel van de beroepscommissie de toestemming van de gedetineerde vereist.

Ter zitting van de beroepscommissie is namens de directeur betoogd dat sinds 19 oktober 2015 op de kabelkrant voor gedetineerden het door de directie gevoerde beleid over de vernietiging van illegale telefoons kenbaar is gemaakt. Nog afgezien van de
vraag of dit beleid de toets der kritiek kan doorstaan, is de desbetreffende telefoon op 25 september 2015 op klagers cel aangetroffen en dus vóór deze bekendmaking op de kabelkrant. De directeur wijst verder op de technische mogelijkheden van mobiele
telefoons om informatie over de inrichting op te slaan. De directeur acht het ongewenst dat deze informatie buiten de inrichting wordt verspreid. De beroepscommissie acht dit standpunt op zich redelijk. Echter, gelet op de bescherming die de wet biedt
ten aanzien van eigenaars van zaken acht zij het van belang dat de directeur de mogelijkheden onderzoekt om de mobiele telefoon, eventueel op kosten van de gedetineerde, te laten onderzoeken. Het spreekt daarbij voor zich, zoals de directeur terecht
aangeeft, dat de mobiele telefoon niet aan de gedetineerde kan worden teruggegeven. Ook ligt het naar het oordeel van de beroepscommissie voor de hand dat zolang voormeld onderzoek niet heeft plaatsgevonden, de mobiele telefoon in de preciosa blijft.

Het vorenstaande in onderling verband en samenhang bezien, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de directeur de inbeslaggenomen mobiele telefoon te vernietigen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk of
onbillijk moet worden aangemerkt. Het beroep zal gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De directeur heeft ter zitting van de beroepscommissie toegelicht
dat
de desbetreffende telefoon nog niet is vernietigd. De beroepscommissie acht daarom geen termen aanwezig klager in aanmerking te laten komen voor een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 12 mei 2016

secretaris voorzitter

Naar boven