Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/4189/GA, 10 mei 2016, beroep
Uitspraakdatum:10-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/4189/GA

betreft: [...] datum: 10 mei 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 december 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Esserheem in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn opeenvolgende raadslieden om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Klager beklaagt zich erover dat de directeur na het ontstaan van een voor klager onveilige situatie hem niet snel genoeg heeft overgeplaatst naar een andere inrichting.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Ten tijde van het incident stond de afdelingsdeur open, terwijl deze gesloten had moeten zijn. De mishandeling, met lichamelijk letsel tot
gevolg, heeft dan ook mede kunnen plaatsvinden door nalatigheid van het personeel, waarvoor de inrichting verantwoordelijk is. Na het voorval is onvoldoende onderzoek verricht om de daders te bestraffen. Twee van de drie daders zijn niet bestraft en
konden klagers afdeling vrij eenvoudig bereiken, waardoor klager zich ernstig bedreigd bleef voelen. Klager heeft direct na het incident verzocht om in een individueel regime geplaatst te worden dan wel zijn celdeur dicht te mogen houden totdat hij
overgeplaatst zou worden. Deze verzoeken zijn niet gehonoreerd, waardoor klager met angst en een onveilig gevoel op zijn cel heeft moeten verblijven tot aan zijn overplaatsing. Klagers overplaatsing is pas na elf dagen gerealiseerd. Dit is, overigens
ook wanneer de overplaatsing binnen zeven dagen zou zijn gerealiseerd, gezien de ernst van de situatie, onredelijk lang. Klager is in de periode dat hij nog in de locatie Esserheem verbleef niet in de gelegenheid gesteld aangifte te doen van het
incident. Na de overplaatsing was het doen van aangifte veel ingewikkelder.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De periode van zeven dagen is niet onredelijk lang. Het opvragen van inlichtingen en adviezen voorafgaande aan een overplaatsing vergt enige tijd.

3. De beoordeling
In het klaagschrift klaagt klager over het ontstaan en voortduren van een onveilige situatie doordat hij niet tijdig is overgeplaatst naar een andere inrichting. In beroep is hieraan toegevoegd dat zijn veiligheid evenmin is gewaarborgd doordat de
afdelingsdeur ten tijde van het incident in strijd met de regels openstond en klagers verzoeken tot plaatsing in een individueel regime dan wel het mogen dichthouden van zijn celdeur zijn geweigerd.

Voor zover het beroep betrekking heeft op het niet-tijdig overplaatsen, overweegt de beroepscommissie dat de directeur niet bevoegd is tot overplaatsing te beslissen. Het is de selectiefunctionaris die hierover een beslissing neemt. Klager had daarom
niet in zijn beklag kunnen worden ontvangen. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en klager zal alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

De overige gronden zijn voor het eerst in beroep aangevoerd. Nu hierover niet eerder is geklaagd en de beklagrechter hierop dientengevolge niet heeft beslist, zal de beroepscommissie klager niet-ontvankelijk verklaren in deze onderdelen van het
beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.
De beroepscommissie verklaart klager voor hetgeen eerst in beroep is aangevoerd niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 10 mei 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven