Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0607/GM, 13 mei 2016, beroep
Uitspraakdatum:13-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/607/GM

betreft: [klager] datum: 13 mei 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 11 februari 2016 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 april 2016, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is klager, bijgestaan door mr. J. Kluivers, gehoord.
De tandarts verbonden aan de p.i. Dordrecht heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur, betreft de behandeling van klagers pijnklachten door de inrichtingstandarts.

2. De standpunten van klager en de tandarts
Door en namens klager is het volgende – zakelijk weergegeven – aangevoerd. Na de behandeling bij de tandarts (tandsteen verwijderen en vullen) kwamen pijnklachten opzetten. Voordat klager naar de tandarts was geweest had hij helemaal geen klachten.
Paracetamol hielp niet. Het bezoek aan de kaakchirurg heeft evenmin geholpen. De inrichtingstandarts had geen advies gestuurd naar de kaakchirurg waardoor de kaakchirurg niet goed wist welke behandeling was uitgevoerd. Klager werd ook doorverwezen naar
de fysiotherapeut. De fysiotherapie heeft iets geholpen.
Voorts heeft de spalk de pijn verminderd. De spalk past met veel moeite en prikt soms in klagers wang. Hij moet de spalk ’s nachts gebruiken. Hij kan niet slapen zonder de spalk. Klager is wel tevreden over de spalk.
Het klopt niet dat klager, zoals de tandarts stelt, vier jaar geen tandarts had bezocht. Klager is inmiddels vijf jaar gedetineerd in de p.i. Dordrecht en hij heeft ieder jaar de tandarts bezocht voor controle.
Klager vindt dat hij niet goed is geholpen door de inrichtingstandarts. Andere gedetineerden werden eerder geholpen dan hij. De tandarts vond het niet nodig klager met spoed te behandelen. Klager heeft al die tijd met pijn moeten wachten. Ook de manier
waarop de tandarts met hem is omgesprongen stoort hem enorm.

De tandarts heeft schriftelijk het volgende standpunt – zakelijk weergegeven – ingenomen. Het beroep is ingesteld buiten de daarvoor gestelde termijn. Primair wordt verzocht klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn beroep.
Subsidiair voert de tandarts aan dat uit het tandheelkundig dossier volgt dat hetgeen klager stelt, niet klopt; er bleken bij klager (die 4 jaar geen tandarts had bezocht) wel degelijk aanwijsbare oorzaken te bestaan voor zijn pijnklachten. Hij is hier
uitgebreid voor behandeld (verscheidene composietrestauraties; verwijdering van tandsteen; instructie voor verbetering van de mondhygiëne). Het is niet juist dat de benodigde informatie de kaakchirurg niet had bereikt. De kaakchirurg heeft dezelfde
diagnose gesteld: craniomandibulaire dysfunctie (CMD). Hierna is therapie ingesteld (aanmeten occlusale stabilisatiespalk in combinatie met fysiotherapie). De tandarts heeft klager op 1 december 2015 voor het laatst gezien. Op dat moment had klager
geen
pijnklachten meer. Ook de fysiotherapie is op 7 januari 2016 succesvol beëindigd. Klager gaf aan geen kaak- en pijnklachten meer te ervaren en de aangemeten stabilisatiespalk dagelijks te gebruiken.
Volgens de tandarts is meer dan voldoende aandacht, tijd en zorg besteed aan klagers klachten. Meer zelfs dan waarin het verstrekkingenpakket voorziet. De tandarts acht het niet uitgesloten dat andere omstandigheden (andere patiënten werden eerder
geholpen dan klager) er toe hebben bijgedragen dat klager beroep heeft ingesteld.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 30, tweede lid, Pm wordt het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van de mededeling van de medisch adviseur ingediend. Het bemiddelingsverslag van de medisch
adviseur is gedateerd 11 februari 2016. Klager heeft op 18 februari 2016 beroep ingesteld. Nu klager het beroepschrift heeft ingediend binnen de daarvoor gestelde termijn, kan hij dan ook worden ontvangen in zijn beroep.

Vastgesteld kan worden dat klagers pijnklachten uitgebreid zijn behandeld door de inrichtingstandarts. De kaakchirurg heeft dezelfde diagnose gesteld als de tandarts: craniomandibulaire dysfunctie (CMD). Het behandelen van kaakgewrichtsklachten vergt
nu
eenmaal tijd; voor het vervaardigen van een spalk dient een machtiging te worden aangevraagd en ook de vervaardiging van een dergelijke spalk kost tijd. Niet gebleken is dat de tandarts onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. De beroepscommissie is
het
voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de tandarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

Voor zover klager heeft aangevoerd dat de manier waarop de tandarts met hem is omgesprongen hem niet zint overweegt de beroepscommissie dat blijkens hoofdstuk 7 van de Nota van toelichting bij de Pm geen beklag open staat tegen feitelijke gedragingen
van de (tand)arts of de voor hem werkzame personen. Nu de klacht van klager betrekking heeft op de bejegening van klager door de inrichtingstandarts is geen sprake van medisch handelen zoals bedoeld in artikel 28, tweede lid, Pm. Klager is dan ook in
zoverre niet-ontvankelijk in zijn klacht.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond voor zover de klacht ziet op de behandeling van de tandarts.
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep voor zover de klacht ziet op de wijze waarop hij door de tandarts is bejegend.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, J.G.J. de Boer en dr. H.J.P. Kroeze, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 mei 2016

secretaris voorzitter

Naar boven