Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/4023/TA, 29 april 2016, beroep
Uitspraakdatum:29-04-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/4023/TA

betreft: [klager] datum: 29 april 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 november 2015 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, voor zover in beroep aan de orde, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 maart 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn namens het hoofd van FPC De Kijvelanden [...], juridisch medewerker, en [...], hoofd behandeling, gehoord.
Klagers raadsman, mr. D.W.H.M. Wolters, heeft schriftelijk bericht dat hij en klager verhinderd waren ter zitting te verschijnen.
Als toehoorder was aanwezig mr. E.W. Bevaart, coördinator bij de afdeling rechtspraak van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming.

Van het verhandelde ter zitting is een verslag opgemaakt waarin onder meer is vermeld dat het namens klager gedane aanhoudingsverzoek is afgewezen. Klager en zijn raadsman zijn in de gelegenheid gesteld op dit verslag te reageren. Klagers raadsman
heeft
op 11 april 2016 bericht dat het verslag hem geen aanleiding gaf tot het maken van opmerkingen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering van toegang tot de inrichting van klagers vierjarige kleinkind op 13 juni 2015, wegens het ontbreken van een legitimatiebewijs.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht. De beklagcommissie heeft klager ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag nu uit de memorie van toelichting bij artikel 37
van de Bvt volgt dat sprake is van een voor beklag vatbare beslissing. De huisregels van FPC De Kijvelanden maken het mogelijk een uitzondering te maken op de algemene regel dat legitimatie verplicht is. Niet valt in te zien hoe een bezoek van klagers
vierjarige kleinkind een gevaar kan opleveren voor de orde en de veiligheid in de inrichting nu zijn kleinkind eerder op bezoek was geweest, stond geregistreerd in het systeem, eerdere bezoeken zonder problemen waren verlopen en het kleinkind werd
vergezeld door gescreende volwassen bezoekers.

Namens het hoofd van FPC De Kijvelanden is het volgende aangevoerd. Uitzonderingen op de regel dat iedereen zich moet legitimeren, worden in feite niet gemaakt. Zonder geldig legitimatiebewijs komen bezoekers de inrichting niet in. Deze regel dient
ter
bescherming van de bezoekers en van de patiënten. De inrichting beschikt niet over foto’s van de reeds gescreende bezoekers. Het vertonen van een legitimatiebewijs is dan ook nodig om te controleren of de desbetreffende bezoeker ook de gescreende
bezoeker is. Dat geldt ook voor (klein)kinderen. Bezoekers worden een enkele keer wel eens toegelaten zonder ingevuld bezoekformulier, maar niet zonder geldig legitimatiebewijs. Hier is de inrichting heel streng in.

3. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in artikel 37, vijfde lid, van de Bvt dient iedere bezoeker zich bij binnenkomst op deugdelijke wijze te legitimeren.
In de huisregels van FPC De Kijvelanden is in 11.7.1 bepaald dat alle bezoekers, ook minderjarige kinderen die met hun ouders of (een) andere begeleider(s) meekomen, zich bij binnenkomst bij de portier dienen te legitimeren met een paspoort, een
(Nederlands) rijbewijs of identiteitskaart. In 11.7.2 is bepaald het hoofd behandeling en bedrijfsvoering in bijzondere gevallen kan besluiten dat van het bepaalde in 11.7.1 wordt afgeweken.

Klagers vierjarig kleinkind is de toegang tot de inrichting geweigerd wegens het ontbreken van een legitimatiebewijs. Dit is een jegens klager individueel genomen beslissing die beklagwaardig is op grond van artikel 56, eerste lid, aanhef en onder c,
Bvt. Om die reden vernietigt de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie op dit punt en verklaart zij klager alsnog ontvankelijk in het beklag.
Onweersproken is dat klagers kleinkind werd begeleid door gescreende volwassen personen en eerder bij klager op bezoek was geweest. Nu in de huisregels is bepaald dat in bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de algemene regel dat alle bezoekers,
ook minderjarige kinderen, zich dienen te legitimeren, is de beroepscommissie van oordeel dat het hoofd van de inrichting had dienen te motiveren waarom in dit geval geen aanleiding werd gezien van deze bevoegdheid gebruik te maken. Nu een dergelijke
motivering ontbreekt, is de beroepscommissie van oordeel dat de bestreden beslissing als onredelijk en onbillijk dient te worden aangemerkt. Het beklag zal derhalve alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie ziet geen aanleiding voor
toekenning van een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart het beklag gegrond.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en drs. M.R. Daniel MPM, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 29 april 2016

secretaris voorzitter

Naar boven