Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0442/TA, 2 mei 2016, beroep
Uitspraakdatum:02-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/442/TA

betreft: [klager] datum: 2 mei 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. A.R. Ytsma namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 februari 2016 van de beklagcommissie bij FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 april 2016, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is gehoord [...], juridisch medewerker bij voormelde tbs-inrichting.

Klagers raadsman mr. A.R. Ytsma heeft schriftelijk meegedeeld dat hij noch klager ter zitting zal verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover daartegen beroep is ingesteld
Het beklag betreft het afdelingsarrest ingaande op 18 augustus 2015 en beëindigd op 3 september 2015.

De beklagcommissie heeft het beklag inhoudelijk ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er is sprake van een verwisseling van urine. Doorgaans levert klager onder nummer 66 zijn urine in, maar ook een aantal keren onder nummer 67. Ter zitting van de beklagcommissie gaf de juridisch medewerker aan dat zij niet wist of klagers
registratienummer het door hem genoemde nummer was. De overwegingen van de beklagcommissie weerleggen de stelling van klager niet. Klager doet er niet moeilijk over als hij softdrugs heeft gebruikt. In dit geval zegt hij stellig dat hij geen softdrugs
heeft gebruikt, maar dat hem niettemin afdelingsarrest is opgelegd. De inrichting wordt verzocht om de registratienummers nog eens te checken. Als een verwisseling heeft plaatsgevonden dient klager een tegemoetkoming te ontvangen voor de dagen dat hij
afdelingsarrest heeft moeten ondergaan.

Namens het hoofd van de inrichting is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Navraag is gedaan bij de medische dienst. Op alle aanvraagformulieren voor klagers urinecontroles staat als registratienummer 1667 vermeld. De stickers met dit registratienummer zijn op de twee buisjes geplakt. Het aanvraagformulier is ingevuld door de
sociotherapeut. Klager heeft hier zicht op gehad. Met het aanvraagformulier is hij naar de medische dienst gegaan. De uitslag van de urinecontrole van 14 augustus 2015 was positief. Op 20 augustus 2015 bevestigde de uitslag van het herhalingsonderzoek
de positieve score op THC. Dit ging om dezelfde urine.
Op 17 augustus 2015 is getracht om een urinecontrole af te nemen maar toen kon klager niet plassen. Bekend is dat klager ’s ochtends niet altijd kan plassen.

3. De beoordeling
Naar aanleiding van klagers beroep is door de juridisch medewerker bij de medische dienst nagegaan onder welk nummer klagers urine bij de controles wordt geregistreerd. Door de medische dienst is aangegeven dat altijd hetzelfde registratienummer wordt
vermeld, te weten: 1667. De beroepscommissie acht derhalve niet aannemelijk geworden dat klagers urine verwisseld is met de urine van een andere verpleegde.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden
bevestigd met aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. C.W. van der Meer en mr. R. van de Water, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 mei 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven