Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1399/GB, 29 april 2016, beroep
Uitspraakdatum:29-04-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/1399/GB

Betreft: [klager] datum: 29 april 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 april 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 29 april 2016 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Zuyderbos ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 29 maart 2016 is klager opgeroepen zich op 29 april 2016 te melden in de p.i. Zuyderbos voor het ondergaan van een gevangenisstraf van 180 dagen. Op 5 april 2016 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 18 april 2016 ongegrond is
verklaard. In verband met de behandeling van onderhavig beroep is klager uitstel verleend tot dinsdag 3 mei 2016.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft onlangs zijn SVH- diploma behaald en is leidinggevende in een nieuw restaurant dat hij onlangs met iemand anders heeft opgezet. Hij heeft hiervoor een arbeidscontract afgesloten. Hij
wil
zijn baan niet door de aankomende detentie verliezen en hoopt op uitstel tot januari 2017. Klager heeft voor zijn strafzaak al 360 dagen in detentie gezeten. Hij heeft zijn leven op de rails. Hij hoopt op een beetje begrip en een kans om zijn leven een
positieve draai te kunnen geven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Blijkens de aanwijzing van het Openbaar Ministerie over het uitstelbeleid kan een verzoek tot uitstel om verschillende redenen worden toegekend. Voorop staat echter de
noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Daarom wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel verleend. Klager verzoekt om uitstel tot januari 2017. Het behoud van werk kan een reden tot uitstel zijn. De selectiefunctionaris is
slechts bevoegd om maximaal zes maanden uitstel te verlenen. Voor langer uitstel dient het verzoek voorgelegd te worden aan het Openbaar Ministerie. Klagers straf is dermate lang (540 dagen), dat het maar zeer de vraag is of klager na zijn detentie in
zijn functie terug kan terugkeren, ook met een uitstel tot januari 2017. In eerste instantie was klager opgeroepen voor een straf van 540 dagen, dit is inmiddels gecorrigeerd naar 180 dagen.

4. De beoordeling
4.1 In bijlage 2 van de Aanwijzing executie van het College van procureurs-generaal (Staatscourant 2014, nr. 37617, p. 23) is over het uitstelbeleid van ‘lopende vonnissen’ in het kader van de zelfmeldprocedure – voor zover hier van belang – het
volgende bepaald:
“Een verzoek tot uitstel dient [bij, rsj] de selectiefunctionaris van (...) het Bureau Capaciteitsbeheersing en Logistiek (BCL) van DJI ingediend te worden.
(...)
Redenen tot het inwilligen van verzoeken tot uitstel, kunnen zijn:
. problemen die in de werksituatie zullen ontstaan en die kunnen leiden tot ontslag;
(...)
Als het verzoek tot uitstel van melden betrekking heeft op een periode die de termijn van 6 maanden na de eerste melddatum niet overschrijdt, kan de selectiefunctionaris van DJI zelfstandig op een dergelijk verzoek een beslissing nemen. (...) Als het
verzoek tot uitstel betrekking heeft op een periode die de termijn van 6 maanden na de eerste melddatum overschrijdt, beslist de selectiefunctionaris van DJI pas op een dergelijk verzoek nadat overleg met het parket van veroordeling heeft
plaatsgevonden. Het advies van het parket zal zwaar wegen bij de uiteindelijk te nemen beslissing over het wel of niet uitstellen van de melding. Een verzoek tot uitstel voor een dergelijk lange periode zal slechts bij uitzondering gehonoreerd worden.
(...)”

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat volgens het geldende beleid problemen in de werksituatie die kunnen leiden tot ontslag, een reden voor uitstel kunnen vormen. Klager verzoekt om uitstel voor een langere periode dan zes maanden. Uit de stukken
is niet gebleken dat de selectiefunctionaris overleg heeft gehad met het parket van veroordeling zoals voorgeschreven in voornoemde executieaanwijzing. Voorts vindt de aanname van de selectiefunctionaris dat klager na ommekomst van de straf niet zal
kunnen terugkeren in zijn functie, onvoldoende steun in de stukken. Deze aanname is blijkens de beslissing op het bezwaarschrift van 18 april 2016 gebaseerd op het kennelijk in eerste instantie verkeerd berekende strafrestant van 540 dagen in plaats
van
180 dagen. Bij de stukken bevindt zich een door de werkgever ondertekende verklaring waarin het verzoek om uitstel tot januari 2017 wordt ondersteund.

Gelet hierop moet de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de
bestreden beslissing zal worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Kokee, secretaris, op 29 april 2016

secretaris voorzitter

Naar boven