Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0174/GA, 25 april 2016, beroep
Uitspraakdatum:25-04-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/174/GA

betreft: [...] datum: 25 april 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.G.J.E. Lut, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 december 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 maart 2016, gehouden in de p.i. Krimpen aan den Ijssel, zijn gehoord klager en zijn raadsvrouw mr. C.G.J.E. Lut.
Op 7 maart 2016 heeft de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Vught laten weten niet ter zitting van de beroepscommissie te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het achterhouden van klagers strafdossier (inclusief aantekeningen en andere toebehoren) door de directeur.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De beoordeling
Klager is, in het kader van de externe tenuitvoerlegging van een ordemaatregel, op 13 augustus 2015 overgeplaatst naar de p.i. Vught. De beroepscommissie neemt als vaststaand aan dat klagers strafdossier (inclusief aantekeningen en andere toebehoren)
ook omstreeks 13 augustus 2015 is overgebracht naar de p.i. Vught. Op 23 september 2015 heeft klager zijn strafdossier uitgereikt gekregen.

Door en namens klager is gesteld dat een geldige titel voor het achterhouden van klagers strafdossier gedurende de periode vanaf omstreeks 13 augustus 2015 tot 23 september 2015 ontbrak.
Op 7 maart 2016 is, per e-mail, het volgende bericht namens de directeur van de p.i. Vught op het secretariaat ontvangen: “Bij deze wil ik u laten weten dat de Plv. VD [klager] in zijn gelijk stelt.”

Gezien het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Nu klager ongemak heeft ondervonden van het niet kunnen beschikken over zijn
strafdossier, ziet de beroepscommissie aanleiding voor het toekennen van een tegemoetkoming. Zij bepaalt de hoogte van die tegemoetkoming op € 50,=, waarbij wordt opgemerkt dat deze tegemoetkoming niet als schadevergoeding is bedoeld.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij kent aan klager een tegemoetkoming van € 50,= toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 25 april 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven