Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0071/TA, 20 april 2016, beroep
Uitspraakdatum:20-04-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/71/TA

betreft: [klager] datum: 20 april 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van 30 december 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting, betreffende de weigering om klagers horloge in te voeren op 1 augustus 2015,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsvrouw mr. E. van der Gulik om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Voor zover klager heeft bedoeld het verzoek te doen om het beroep ter zitting toe te lichten, wijst de beroepscommissie, die zich voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen, dit verzoek af.

Door de inrichting is erkend dat klager volgens de in de Huisregels aangegeven procedure toestemming had om een horloge in te voeren. Gebleken is dat sociotherapie per abuis het horloge niet in het registratiesysteem had opgenomen, waardoor de receptie
op 1 augustus 2015 de invoer van klagers horloge heeft geweigerd. Dit maakt dat de beroepscommissie het beroep gegrond zal verklaren, de uitspraak van de beklagrechter zal vernietigen en het beklag alsnog gegrond zal verklaren. Nu bij het eerst
volgende
bezoek deze fout is hersteld en klagers bezoeker alsnog het horloge heeft kunnen invoeren ziet de beroepscommissie geen reden om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr.drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 april 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven