Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/4020/GM, 15 april 2016, beroep
Uitspraakdatum:15-04-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/4020/GM

betreft: [klager] datum: 15 april 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. Y. Bouchikhi, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 25 november 2015 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 februari 2016, gehouden in de p.i. Vught, is klager gehoord. De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Ter Apel heeft laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen. De raadsman van klager, mr. Y. Bouchikhi,
heeft schriftelijk bericht verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. De raadsman is in de gelegenheid gesteld het beroep nader schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 22 september en 19 oktober 2015, betreft het ten onrechte niet arbeidsongeschikt verklaren van klager.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht. Klager is buiten de inrichting al jaren arbeidsongeschikt in verband met medische klachten en PTSS. Als gevolg van een ongeluk in 2000 is klagers nek gebroken geweest en is hij langdurig
behandeld
met een haloframe. Klager heeft nog steeds veel pijn in zijn nek. Niet gebleken is dat informatie is opgevraagd en bij de beslissing van de arts is betrokken. De inrichtingsarts had informatie moeten opvragen in het ziekenhuis waar klager is behandeld
en bij klagers huisarts. Dat is niet gebeurd. De PTSS is chronisch. Door de PTSS is klagers concentratie en energie zo laag dat hij niet kan werken. PTSS kan nimmer beoordeeld worden op uiterlijke verschijningsvormen. Daarom had klager nader onderzocht
moeten worden.
Klager is in september 2015 in de p.i. Ter Apel geplaatst. Hiervoor verbleef hij in de p.i. Nieuwegein waar veel is misgegaan. Klager heeft negen maanden lang onterecht in een sober regime verbleven. De medische dienst van de p.i. Ter Apel is enkel
uitgegaan van het dossier van de medische dienst van de p.i. Nieuwegein, alwaar klager geschikt is bevonden voor de arbeid. Klager is tweemaal naar de medische dienst in de p.i. Ter Apel gegaan om het duidelijk uit te leggen. De informatie van de
medische dienst van de p.i. Nieuwegein klopt niet. Klager meent dat hij bewust wordt geschaad in zijn gezondheid. Onder grote druk is klager toch gaan werken. Hem werd de keuze voorgehouden tussen werken of een sober regime. Bij klager is eerder sprake
geweest van een rechterlijke machtiging voor een gedwongen plaatsing. De familie maakte zich zorgen om klager. Klager trok zich veel terug en gebruikte hasj. Klager is tweemaal drie weken opgenomen geweest in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij slaapt
slecht.

De inrichtingsarts heeft hierop gereageerd door te verwijzen naar de microhisrapportage.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek om aanhouding van klagers raadsman af.

Klager meent dat hij arbeidsongeschikt moet worden verklaard, omdat hij klachten heeft als gevolg van een nektrauma in 2000 en PTSS. Klager is gezien door de inrichtingsarts en de psycholoog. Het PMO acht klager niet arbeidsongeschikt op somatische of
psychische gronden. Uit de microhisrapportage blijkt echter dat bij klager tweemaal sprake is geweest van een gedwongen opname met een rechterlijke machtiging. De beroepscommissie is van oordeel dat het op de weg van de inrichtingsarts had gelegen
hierover nadere informatie op te vragen bij de huisarts. Uit de microhisrapportage blijkt niet dat dit is gebeurd. Er wordt enkel gesproken over klagers weigerachtige houding mee te werken aan een onderzoek tijdens zijn verblijf in het PBC en dat
dwangmedicatie is toegediend. Verdere informatie hierover ontbreekt. Tegen deze achtergrond is het onderzoek door de inrichtingsarts onvolledig geweest. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard.
De beroepscommissie gaat ervan uit dat bedoelde informatie alsnog zal worden opgevraagd en zal worden betrokken bij een herbeoordeling van klagers arbeidsgeschiktheid. In het licht daarvan acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor het
toekennen
van een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, J.G.J. de Boer en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 15 april 2016

secretaris voorzitter

Naar boven