Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0108/GB, 22 maart 2016, beroep
Uitspraakdatum:22-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/108/GB

Betreft: [Klager] datum: 22 maart 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. J. Mul, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 februari 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaarschrift gericht tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) van een penitentiaire inrichting (p.i.) in de regio van Hoofddorp ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 22 oktober 2015 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de p.i. Almelo. Op 11 december 2015 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de p.i. Achterhoek.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De bestreden beslissing is onterecht. Het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel zijn geschonden, nu enkel onder verwijzing naar artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing (de Regeling) het voorstel is
afgewezen en niet uit enige feiten of omstandigheden blijkt waarom klager niet zou kunnen worden overgeplaatst naar de p.i. Lelystad of een p.i. in de buurt van Hoofddorp. Klager was met zijn vrouw en twee kinderen woonachtig in Hoofddorp en zal zich
daar na zijn detentie weer vestigen. Het is voor zijn vrouw en twee kinderen praktisch en financieel onmogelijk om in de p.i. Achterhoek op bezoek te komen. Klager heeft zijn vrouw en kinderen reeds maanden geleden voor het laatst gezien. Zijn jongste
zoon heeft hij zelfs 18 weken geleden voor het laatst gezien. Klager verzoekt tot overplaatsing naar de p.i. Lelystad of een p.i. in de buurt van Hoofddorp, onder toekenning van een schadevergoeding.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is preventief ingesloten voor het arrondissementsparket Oost-Nederland. Het uitgangspunt is dat gedetineerden zo dicht mogelijk bij het parket van vervolging worden ingesloten. Klager is met zijn plaatsing in het h.v.b. van de p.i. Achterhoek op
de juiste locatie geplaatst. Verwezen wordt naar artikel 24, eerste lid, van de Regeling. Bij klager wordt onvoldoende grond gezien om een uitzondering te maken op het gevoerde beleid. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en
vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Bovendien blijkt uit de bezoekregistratie dat klagers vrouw en kinderen, inclusief zijn jongste zoon, de afgelopen maanden zes keer op bezoek zijn geweest. Voorts kan een uitspraak in
klagers strafzaak op korte termijn worden verwacht. Op 2 februari 2016 heeft er een zitting plaatsgevonden waarna op 16 februari 2016 uitspraak zal worden gedaan. De selectiefunctionaris acht het derhalve niet wenselijk om klager over te plaatsen naar
een ander h.v.b. in de regio van Hoofddorp, nu deze zich aanmerkelijk verder van het arrondissementsparket van insluiting zal bevinden. Mocht klager in eerste aanleg worden veroordeeld, dan kan hij in het kader van een selectie naar een gevangenis
opnieuw zijn voorkeur kenbaar maken voor een gevangenis in de regio van Hoofddorp.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat preventief gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging, mits dit h.v.b. is toegewezen
aan het arrondissement van vervolging. Van dat uitgangspunt kan onder omstandigheden worden afgeweken. Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Gelderland. Hij verbleef in het h.v.b. van de p.i. Almelo. In verband met capaciteitsproblemen
aldaar is klager overgeplaatst naar het h.v.b. van de p.i. Achterhoek welke in een aanpalend arrondissementsparket van Gelderland gelegen is. Hij heeft verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. van een p.i. in de regio van Hoofddorp in verband met
bezoekproblemen die zijn vrouw en twee kinderen zouden ondervinden. Deze omstandigheid is echter geen voldoende zwaarwegend argument voor overplaatsing. Bezoekproblemen zijn nu eenmaal inherent aan het ondergaan van detentie. Bovendien volgt uit de
stukken dat klagers vrouw en kinderen, waaronder zijn jongste zoon, sinds het begin van zijn detentie in ieder geval zes keer op bezoek zijn geweest. Voorts blijkt uit de laatste stand van zaken dat er in klagers strafzaak een zitting is gepland op 25
maart 2016. Indien klager in eerste aanleg wordt veroordeeld kan hij, in het kader van een selectie naar een gevangenis, zijn voorkeur naar een gevangenis in de regio van Hoofddorp kenbaar maken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing
van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, J.G.A. van de Brand en mr. W.F. Korthals Altes, leden, in tegenwoordigheid van L.L. Heikens, secretaris, op 22 maart 2016

secretaris voorzitter

Naar boven