Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0134/GB, 21 maart 2016, beroep
Uitspraakdatum:21-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/134/GB

Betreft: [Klager] datum: 21 maart 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. B.R. Koenders, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 januari 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de inrichting voor stelselmatige daders (ISD) van de locatie Zoetermeer afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 6 november 2013 gedetineerd. Hij verblijft in de ISD van de locatie Hoogvliet.

3. Ontvankelijkheid
3.1. Op grond van artikel 18, eerste lid, van de Pbw heeft een gedetineerde het recht bij de selectiefunctionaris een met redenen omkleed verzoekschrift in te dienen, strekkende tot overplaatsing naar een bepaalde inrichting of afdeling. Op grond
van
artikel 18, vierde lid, van de Pbw kan de gedetineerde, indien het verzoekschrift is afgewezen, zes maanden na die afwijzing opnieuw een dergelijk verzoekschrift indienen.

3.2. Klager verzoekt tot overplaatsing naar de ISD van de locatie Zoetermeer in verband met de betere bezoekmogelijkheden en uitzicht op resocialisatie aldaar. Uit de stukken blijkt echter dat klager korter dan 6 maanden geleden eveneens een
dergelijk verzoek heeft ingediend, welk verzoek de selectiefunctionaris op 28 september 2015 heeft afgewezen. Klager kan niet eerder dan op 28 maart 2015 een nieuw verzoek indienen tot overplaatsing naar de ISD van de locatie Zoetermeer. Klager zal
derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van L.L. Heikens, secretaris, op 21 maart 2016

secretaris voorzitter

Naar boven