Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0795/GB, 30 maart 2016, beroep
Uitspraakdatum:30-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/795/GB

Betreft: [klaagster] datum: 30 maart 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K. Spee, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 3 maart 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het verzoek van klaagster tot het verlenen van drie maanden uitstel van de oproep zich op 4 maart 2016 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Peel toegewezen voor een periode van vier weken tot 4 april 2016 en
niet voor de door klaagster verzochte periode van drie maanden.

2. De feiten
Op 3 februari 2016 is klaagster opgeroepen zich op 4 maart 2016 te melden in de p.i. Ter Peel voor het ondergaan van 600 dagen gevangenisstraf. Op 11 februari 2016 heeft klaagster hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 11 februari 2016 ongegrond
is verklaard. Op 2 maart 2016 heeft klaagster verzocht om uitstel van de melddatum met drie maanden. Op 3 maart 2016 heeft de selectiefunctionaris klaagster bericht dat zij uitstel krijgt tot 4 april 2016. Tevens is rekening gehouden met de periode dat
klaagster in voorlopige hechtenis heeft verbleven, waardoor de nog ten uitvoer te leggen gevangenisstraf is verlaagd tot 325 dagen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klaagster meent dat zich omstandigheden voordoen in de vorm van (gezins)problematiek die rechtvaardigen dat de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf wordt uitgesteld. Bij de moeder van
klaagster is in of omstreeks 2014 darmkanker met uitzaaiingen naar de lever vastgesteld. De ziekte is levensbedreigend. De moeder wordt behandeld met chemotherapie. Klaagster heeft zich lang over haar moeder kunnen ontfermen totdat zij weer enigszins
op
eigen benen kon staan. Zeer kort geleden is de gezondheidstoestand van klaagsters moeder in snel tempo achteruit gegaan. De moeder heeft van 25 tot en met 29 februari 2016 in het ziekenhuis gelegen. Er is sprake van een woekerend sigmoïde
coloncarcinoom
en een hepatische metastase in de linker leverkwab. Er is een operatie geïndiceerd die op korte termijn moet en zal plaatshebben. Klaagsters moeder is hulpbehoevend en er is in Roemenië niemand die haar kan verzorgen. In Roemenië kent men geen
thuiszorg
en is men aangewezen op familie en vrienden. Klaagster is daarom voornemens op korte termijn naar Roemenië af te reizen om daar voor een periode van naar schatting drie maanden voor haar moeder te zorgen. Na die periode wil zij naar Nederland
terugkeren
om haar straf uit te zitten. Daarna wil zij weer naar haar moeder gaan.
Klaagster heeft twee broers. Met één broer heeft zij geen contact, de andere is in het buitenland gedetineerd. Er zijn geen familieleden die voor de moeder kunnen zorgen. Zij is daarmee op klaagster aangewezen. Roemenië heeft slechte sociale
voorzieningen. De cultuur is zo dat ouderen door hun kinderen worden opgevangen, wanneer hen iets mankeert. Het inschakelen van betaalde vervangende zorg is welhaast onmogelijk. Tot voor kort had klaagster een beperkt inkomen als schoonmaker. Deze baan
heeft zij moeten opzeggen in verband met de aankomende detentie. Haar huidige inkomen is nihil. De moeder heeft genoeg geld om mee rond te komen, maar ook zij beschikt niet over de middelen om de zorg te betalen. De zorg die klaagster haar moeder wil
bieden ziet hoofdzakelijk op de eerste weken na de operatie. Zij heeft dan een buik- en/of rugwond en is niet in staat om uit bed te komen. Na een aantal weken moet dit beter gaan, waardoor zij niet meer op alle uren zorg nodig heeft.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op grond van de aanwijzing executie kan uitstel worden verkregen bij gezinsproblematiek. Klaagsters moeder is familie, maar maakt geen onderdeel uit van het gezin van
klaagster. De moeder is woonachtig in Roemenië, waaruit kan worden geconcludeerd dat mantelzorg redelijkerwijs niet aan de orde kan zijn. Tevens is niet te overzien of na drie maanden de problemen zijn opgelost. Het ziektepatroon is niet in te
schatten.
Klaagster had al vanaf 2014 maatregelen kunnen treffen door familie, vrienden en/of buren te benaderen die de moeder kunnen ondersteunen. Aan klaagster is vier weken uitstel gegeven om de moeder te bezoeken en de juiste zorg voor haar te regelen.

4. De beoordeling
4.1. De p.i. Ter Peel is een gevangenis voor vrouwen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klaagster, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De Aanwijzingen executie (Stcrt. 19 december
2014 nr 37617) bieden in het geval van gezinsproblematiek de mogelijkheid van uitstel van tenuitvoerlegging. De selectiefunctionaris heeft zich echter op het standpunt kunnen stellen dat de moeder van klaagster, die in Roemenië woont, geen onderdeel
uitmaakt van het gezin van klaagster. Hier komt bij dat de selectiefunctionaris klaagster reeds een uitstel heeft verleend van vier weken. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. W.F. Korthals Altes, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 30 maart 2016

secretaris voorzitter

Naar boven