Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1525/GA, 7 september 2017, beroep
Uitspraakdatum:07-09-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:            17/1525/GA

 

betreft:               [klager]                datum: 7 september 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 april 2017 van de beklagcommissie bij de locatie Ter Peel  te Sevenum,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager en de directeur hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 11 augustus 2017, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

               

1.            De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de vertraging van klagers detentiefasering door toedoen van de inrichting (R-2016-000456).
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.            De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De beklagcommissie heeft het beklag ten onrechte ongegrond verklaard omdat klagers gedrag niet ‘groen’ zou zijn geweest, terwijl uit verschillende rapportages juist volgt dat klagers gedrag altijd goed is geweest. Het probleem is dat alle gedetineerden in het huis van bewaring in het basisprogramma beginnen en voor promotie naar het plusprogramma de cursus ‘Kiezen voor verandering’ (KVV) moeten afronden. Klagers detentiefasering is vertraagd omdat de inrichting negen maanden nodig had voordat klager kon beginnen aan KVV.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

 

3.            De beoordeling

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan niet leiden tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie.

Hierbij is in aanmerking genomen dat aannemelijk is dat de beslissing klager niet te laten promoveren niet is gebaseerd op het feit dat klager KVV nog niet had afgerond, maar op zijn gedrag. Derhalve is niet gebleken dat klagers detentiefasering is vertraagd door toedoen van de inrichting. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

 

4.            De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en  J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 7 september 2017

 

 

                                                                

                secretaris            voorzitter

Naar boven