Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2344/GB, 25 juli 2017, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:            17/2344/GB

 

Betreft:               [Klager]               datum: 25 juli 2017

 

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 juli 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op 25 juli 2017 is een aanvullende reactie van klager bij de Raad binnengekomen, die aan de selectiefunctionaris is verzonden. 

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.            De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 27 juli 2017 te melden in het Justitieel Complex Zaanstad ongegrond verklaard

2.            De feiten

Op 22 juni 2017 is klager opgeroepen zich op 27 juli 2017 te melden in het Justitieel Complex Zaanstad voor het ondergaan van 268 dagen gevangenisstraf. Op 27 juni 2017 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 10 juli 2017 ongegrond is verklaard.

 

3.            De standpunten

3.1.        Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.

Hij meent dat hij, naar aanleiding van de verklaring van zijn behandelend medisch specialist, detentieongeschikt dient te worden verklaard. Op 10 juli 2017 heeft klager kennisgenomen van het advies van de medisch adviseur van de afdeling Individuele Medische Advisering (IMA) dat hij detentiegeschikt zou zijn. Klager is zeer beperkt in zijn mobiliteit vanwege vochtophoping in zijn linkerbeen. Zijn botaangroei dient door middel van oefeningen te worden gestimuleerd. Over een aantal maanden zal klager opnieuw worden geopereerd. Op 29 augustus 2017 heeft hij een afspraak bij het VU medisch centrum, waar onderzoeken zullen worden gedaan en foto’s zullen worden genomen. De komende maanden zijn zeer belangrijk voor een goed herstel van zijn been. Zonder een goede behandeling en herstel zal klagers been nooit meer goed kunnen herstellen en kan misvorming optreden. De duur van het herstel is afhankelijk van de resultaten na de operatie en de fysiotherapie. Klager wenst detentieongeschikt te worden verklaard. Indien hij niet detentieongeschikt wordt verklaard, verzoekt hij uitstel van de tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde gevangenisstraf.

3.2.        De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

De noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf staat voorop en slechts in uitzonderlijke omstandigheden wordt hiervan uitstel verleend. De medisch adviseur bij de afdeling IMA heeft klager op 20 juni 2017 detentiegeschikt geacht, naar aanleiding waarvan klager op 22 juni 2017 is opgeroepen zich op 27 juli 2017 te melden voor het ondergaan van de aan hem opgelegde gevangenisstraf. De afspraak die klager op 29 augustus 2017 bij het VU medisch centrum heeft, kan vanuit detentie doorgang vinden. Indien klager na zijn operatie niet in de inrichting kan verblijven, kan zijn casemanager een verzoek tot strafonderbreking doen. 

 

4.            De beoordeling

4.1.        De gevangenis van het Justitieel Complex Zaanstad is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2.        Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3.        Klager voert aan dat hij op medische gronden niet in staat zou zijn detentie te ondergaan. Teneinde klagers medische situatie te kunnen beoordelen, heeft de selectiefunctionaris de afdeling IMA verzocht hierover te adviseren. Op 20 juni 2017 heeft de medisch adviseur van de afdeling IMA een advies uitgebracht en klager op medische gronden detentiegeschikt geacht, nu uit de informatie van klagers fysiotherapeut blijkt dat klager zelfstandig en mobiel is, in staat is trap te lopen en geen hulpmiddelen bij het lopen gebruikt. Hierbij is bekeken of de benodigde zorg in of vanuit detentie kan worden geleverd en of onevenredige schade door detentie is te verwachten. Afspraken met de medisch specialist kunnen vanuit detentie doorgang vinden. De aanvullende reactie van klager van 22 juli 2017 doet daaraan niet af, nu hij de detentiegeschiktheidsbeoordeling van de medisch adviseur van de afdeling IMA bestrijdt en de beroepscommissie niet in de beoordeling van een dergelijk advies van een onafhankelijk medisch adviseur treedt. Gelet hierop kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard. 

 

5.            De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 25 juli 2017

secretaris voorzitter

 

Naar boven