Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3579/GA, 19 februari 2016, beroep
Uitspraakdatum:19-02-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3579/GA

betreft: [klager] datum: 19 februari 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.C. van Paridon, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 oktober 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Middelburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Middelburg in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft - voor zover in beroep aan de orde - het feit dat klager niet heeft gelucht op 10 augustus 2015.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager lag te slapen op het moment dat hij werd gehaald voor het luchtmoment. Hij werd wakker en wilde reageren, maar zijn celdeur was alweer dicht.
Hij heeft vervolgens op de deur geklopt en op de bel gedrukt. Hierop werd niet gereageerd. Klager heeft op de deur gebonkt en naar de medegedetineerden geroepen dat zij de leiding moesten halen. Er liep een medewerker langs klagers verblijfsruimte,
maar
deze reageerde niet. Klager heeft zo snel als hij kon gereageerd. Meer dan vijf minuten sinds de oproep voor het luchten kunnen er redelijkerwijs niet verstreken zijn, gezien het feit dat de medegedetineerden nog niet naar buiten waren gegaan. Volgens
de directeur gaan de gedetineerden immers pas na vijf minuten naar de luchtplaats. Zelfs al had klager pas na vijf minuten gereageerd op de oproep, had het op de weg van de medewerkers gelegen klager alsnog uit zijn verblijfsruimte te halen. De
‘5-minutenregel’ duidt op een beleidsmatige beperking van het recht op luchten.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Onbetwist is dat aan klager een luchtmoment is aangeboden op 10 augustus 2015. Klager heeft aangevoerd dat hij binnen vijf minuten na de oproep voor het luchtmoment heeft gereageerd. Dit is niet weersproken door de directeur. De directeur heeft
aangevoerd dat het bonken en roepen van klager door het personeel is gehoord. Voorts heeft de directeur aangegeven dat vijf minuten wordt gewacht alvorens naar de luchtplaats wordt gegaan. Gelet op bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat
voldoende aannemelijk is geworden dat klager tijdig, althans binnen vijf minuten, heeft gereageerd op de oproep en dat zijn reactie ook door de medewerkers is waargenomen. De beslissing om klager niet te laten deelnemen aan het luchtmoment acht de
beroepscommissie dan ook onredelijk en onbillijk. Het beroep zal gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal in zoverre worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig
voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 19 februari 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven