Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3058/GA, 19 januari 2016, beroep
Uitspraakdatum:19-01-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3058/GA

betreft: [klager] datum: 19 januari 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.B.M. Bos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 september 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 januari 2016, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.B.M. Bos.
De directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.
De raadsman heeft ter zitting inhoudelijk verwezen naar schriftelijke stukken. Een afschrift hiervan is ter kennisname naar de directeur verstuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de wijze waarop klagers verzoek om strafonderbreking is afgehandeld.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager wilde het huwelijk van zijn schoonzus bijwonen. De directeur nam het verzoek daartoe ten onrechte niet in behandeling. Eerst werd klager naar de rechtbank verwezen, waarschijnlijk omdat het woord “schorsing” in het verzoek was opgenomen. De
rechtbank verwees klager weer terug naar de directeur. Klager heeft toen opnieuw een verzoek ingediend. Dit verzoek is niet in behandeling genomen door de directeur. Klager werd van het kastje naar de muur gestuurd. Het gaat niet om de afwijzing van
het
verzoek om verlof, maar om de wijze waarop de directeur met het verzoek is omgegaan waardoor klager lang in onzekerheid heeft verkeerd. Het is een principieel punt. Klager wil een tegemoetkoming. De raadsman verstrekt email-correspondentie tussen hem
en de casemanager en de juridisch medewerker. Tevens verstrekt hij de eerste aanvraag van klager die is gedaan op een sprekersbriefje.

De directeur heeft in beroep schriftelijk verwezen naar zijn standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
Vaststaat dat klager door middel van een sprekersbriefje heeft verzocht de inrichting tijdelijk te verlaten om het huwelijk van zijn schoonzus bij te wonen. Klager heeft in zijn verzoek de term “schorsing” genoemd. De beroepscommissie overweegt dat het
desondanks duidelijk had moeten zijn dat klager verzocht om (incidenteel) verlof, nu klager heeft vermeld dat hij tussen 08.00 en 21.00 uur de inrichting wilde verlaten om het huwelijk van zijn schoonzus bij te wonen. Nadat de directeur klager heeft
verwezen naar de rechtbank en de rechtbank klager terugverwees naar de directeur heeft klager een herhaald verzoek ingediend bij de directeur. De directeur heeft dat verzoek niet in behandeling genomen, omdat er geen geldige reden zou zijn voor
verlof.
De beroepscommissie oordeelt dat de directeur klager ten onrechte naar de rechtbank heeft verwezen en het (herhaalde) verzoek in behandeling had moeten nemen en daarop inhoudelijk had moeten beslissen. Het feit dat dit niet is gebeurd acht de
beroepscommissie onredelijk en onbillijk. Het beroep en onderliggende beklag is daarom gegrond. De beroepscommissie acht termen aanwezig aan klager een tegemoetkoming toe te kennen voor het ondervonden ongemak.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en drs. R.K. Boelens, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka op 19 januari 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven