Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3797/JA, 11 februari 2016, beroep
Uitspraakdatum:11-02-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3797/JA

betreft: [klager] datum: 11 februari 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van het bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. A.B. Baumgarten namens

[...], geboren op 23 maart 1995, verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 november 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de j.j.i. De Hartelborgt te Spijkenisse,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 januari 2016, gehouden in de rechtbank te Utrecht, is gehoord klagers raadsman mr. A.B. Baumgarten.

Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen.

De directeur van de j.j.i. De Hartelborgt heeft schriftelijk meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de plaatsing van klager in een opvangkamer c.q. de uitsluiting van verblijf in de groep en de uitsluiting van activiteiten bij binnenkomst gedurende twee en een halve dag ingaande op 29 juni 2015.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Niet aangegeven is of klager een disciplinaire straf of een ordemaatregel is opgelegd. Dit dient wel aangegeven te worden en ook dient schriftelijk te worden meegedeeld dat beklag kan worden ingediend tegen de beslissing. Het beklag betreft een
uitsluiting van verblijf in de groep en uitsluiting van activiteiten als vermeld in artikel 23 Bjj. Klager is ontvankelijk in het beklag. Verzocht wordt het beklag gegrond te verklaren.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt niet toegelicht.

Desgevraagd is op 19 januari 2016 namens de directeur schriftelijk bericht dat klager in de betreffende periode geen zes uur gemeenschappelijke activiteiten zijn geboden.

3. De beoordeling
Het beklag betreft een beslissing tot uitsluiting van het verblijf in een groep en deelname van de jeugdige aan gemeenschappelijke activiteiten bij binnenkomst in de inrichting.

Op grond van artikel 23, eerste lid, Bjj kan een dergelijke beslissing worden genomen indien de jeugdige tenminste gedurende zes uren per dag deelname aan gemeenschappelijke activiteiten wordt geboden.

Uit de schriftelijke inlichtingen namens de directeur van 19 januari 2016 is gebleken dat klager geen zes uur per dag aan gemeenschappelijke activiteiten is geboden. Derhalve betreft het beklag een beslissing tot uitsluiting van het verblijf in een
groep en deelname aan gemeenschappelijke activiteiten als vermeld in artikel 23, derde lid, Bjj en kan klager gelet op het bepaalde in artikel 65, eerste lid, aanhef en onder d, Bjj in het beklag worden ontvangen.

De bewegingsvrijheid van de jeugdige kan ex artikel 23, derde lid, Bjj worden beperkt indien dit noodzakelijk is in het belang van de geestelijke en/of lichamelijke ontwikkeling van de jeugdige en/of de uitvoering van het hem betreffende
perspectiefplan.
Deze gronden zijn door de directeur niet aangevoerd noch gebleken. Derhalve voldoet de beslissing niet aan de eisen van artikel 23, derde lid, Bjj en zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, het beklag gegrond verklaren en klager ter zake
een tegemoetkoming toekennen van € 30,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart het beklag gegrond en kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 30,=.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, drs. H. Heddema en mr. E. Lucas, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 februari 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven