Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1228/GA, 2 december 2002, beroep
Uitspraakdatum:02-12-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/1228/GA-tegemoetkoming

betreft: [klager] datum: 2 december 2002

UITSPRAAK

van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

Namens [...], verder te noemen klager, is door mr. A.A. Franken, advocaat te Amsterdam, beroep ingesteld tegen een uitspraak d.d. 19 juni 2002 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Demersluis te Amsterdam,betreffende:
a) de op 31 mei 2002 bevolen maatregel van plaatsing van klager onder cameratoezicht voor de duur van zeven dagen, ingaande op vrijdag 31 mei 2002 om 17.30 uur en eindigend op vrijdag 7 juni 2002 om 17.30 uur, en
b) de op 7 juni 2002 bevolen verlenging van de maatregel van plaatsing van klager onder cameratoezicht voor de duur van zeven dagen, ingaande op vrijdag 7 juni 2002 om 17.30 uur en eindigend op vrijdag 14 juni 2002 om 17.30 uur.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juli 2002, gehouden in het h.v.b. Demersluis te Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. B. Böhler, advocate te Amsterdam, en de heer [...], unit-directeur bij voornoemd h.v.b.,bijgestaan door mr. F.W. Bleichrodt, advocaat te ‘s-Gravenhage. Bijzondere toegang tot de zitting is verleend aan de heer [...] van het Ministerie van Justitie.

Bij uitspraak van 30 juli 2002 (02/1228/GA) heeft de beroepscommissie het beroep met betrekking tot de beide onderdelen van het beklag gegrond verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie met betrekking tot de beide onderdelen vanhet beklag vernietigd en het beklag met betrekking tot die beide onderdelen alsnog gegrond verklaard. Zij heeft daarbij tevens bepaald dat zij in een afzonderlijke beslissing, na de directeur te hebben gehoord, zal bepalen of enigetegemoetkoming als bedoeld in artikel 71, derde lid, Pbw, juncto artikel 68, zevende lid, Pbw, aan klager is geboden.

De directeur is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt omtrent een aan klager toe te kennen tegemoetkoming kenbaar te maken. Bij brief van 1 november 2002 heeft hij meegedeeld dat klager in een persoonlijk onderhoud met hemterzake heeft aangegeven dat zijn voorkeur uitgaat naar een tegemoetkoming in de vorm van extra bezoek en dat de directeur zich in een dergelijke tegemoetkoming kan vinden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat klager in totaal voor de duur van veertien dagen, ingaande op vrijdag 31 mei 2002 om 17.30 uur en eindigend op vrijdag 14 juni 2002 om 17.30 uur, (een verlenging van) de maatregel van plaatsingonder cameratoezicht heeft ondergaan.

De beroepscommissie is in haar onderliggende uitspraak d.d. 30 juli 2002 (02/1228/GA) tot het oordeel gekomen dat de wettelijke basis voor het opleggen en verlengen van het cameratoezicht ten tijde van de betreffende bestredenbeslissingen (van respectievelijk 31 mei 2002 en 7 juni 2002) ontbrak. Daarbij achtte zij voornamelijk van belang dat cameratoezicht een zeer ingrijpende maatregel is waarvan niet gezegd kan worden dat deze min of meer voortvloeituit de (aard van de) vrijheidsbeneming. Nu de rechtsgevolgen van de genoemde beslissingen niet meer ongedaan zijn te maken, zal de beroepscommissie klager een tegemoetkoming toe kennen.

De directeur heeft, na overleg met klager, een tegemoetkoming in natura voorgesteld van één uur extra bezoek voor elke week dat aan klager ten onrechte de maatregel van cameratoezicht is opgelegd.
De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op twee uur extra bezoek per week.

2. De uitspraak
De beroepscommissie bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van vier uur extra bezoek.Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. H.B. Greven, leden,in tegenwoordigheid van mr. D.R. Kruithof, secretaris, op 2 december 2002

secretaris voorzitter

Naar boven