Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3682/GA, 1 februari 2016, beroep
Uitspraakdatum:01-02-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3682/GA

betreft: [klager] datum: 1 februari 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 oktober 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Achterhoek,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De directeur van de p.i. Achterhoek heeft op 21 december 2015 schriftelijk laten weten niet te verschijnen ter zitting van de beroepscommissie van 8 januari 2016, gehouden in de p.i. Ter Apel.
Klager heeft op 22 december 2015 eveneens schriftelijk laten weten geen gebruik te maken van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft - voor zover in beroep aan de orde - het hanteren van een witte kaart in de inrichting.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het stoplichtmodel kent de kleuren rood, oranje en groen, maar klager heeft weken op een witte kaart gezeten met een zeer beperkt programma, terwijl hij
uit de vorige inrichting met een groene kaart is vertrokken. Na zijn overplaatsing naar afdeling A is zijn witte kaart snel omgezet naar groen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie vat het beklag op als gericht tegen de plaatsing van klager in het basisprogramma. Aan de orde is de vraag of de directeur in redelijkheid heeft kunnen beslissen klager bij binnenkomst in de p.i. Achterhoek in het basisprogramma te
plaatsen.

Door klager is aangevoerd - en door de directeur niet weersproken - dat hij de vorige inrichting heeft verlaten met een groene kaart. Gelet daarop acht de beroepscommissie de beslissing om klager bij binnenkomst in de p.i. Achterhoek in het
basisprogramma te plaatsen niet begrijpelijk. Eventuele twijfel had snel weggenomen kunnen worden door bij de vorige inrichting te verifiëren in welk programma klager daar had verbleven. De beroepscommissie acht de beslissing tot plaatsing in het
basisprogramma dan ook onredelijk en onbillijk. Het beroep zal gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd voor zover daartegen beroep is ingesteld en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De
beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming. Gelet op de verklaringen van klager en de directeur dat klager slechts een korte periode heeft verbleven in het basisprogramma zal zij deze tegemoetkoming vaststellen op €
5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 1 februari 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven