Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3736/GA, 25 januari 2016, beroep
Uitspraakdatum:25-01-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3736/GA

betreft: [klager] datum: 25 januari 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.B.M.A. Engelen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 oktober 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Middelburg

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Middelburg in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing om een bijzondere voorwaarde te verbinden aan de verlening van algemeen verlof, te weten het dragen van een enkelband tijdens verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
In beroep heeft klager volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Voorts is het achterhouden van stukken door de directeur, althans het verbod om hiervan kennis te nemen, niet deugdelijke gemotiveerd nu niet blijkt wat de
zwaarwegende redenen voor het achterhouden van deze documenten zijn. Klager begrijpt niet waarom de directeur niet meer informatie heeft opgevraagd bij de betreffende wijkagent zodat er meer mogelijkheden voor klager bestonden tot verlof. Het beroep
dient gegrond te worden verklaard.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Aan de orde is de vraag naar de noodzaak voor het verbinden van de verplichting van elektronisch toezicht (door middel van een enkelband) bij klagers verlof.
Uit de stukken blijkt dat klager verlof was verleend op 31 juli 2015 en dat een week voor de verlening van dit verlof de inrichting een e-mail van de politie heeft ontvangen. De directeur heeft op grond van deze e-mail besloten het advies van de
politie
op te volgen om klager aan te sluiten op elektronisch toezicht in verband met een locatieverbod voor de gemeente [...]. Klager heeft verlof genoten op het adres van zijn zoon.
De directeur heeft op de zitting van de beklagcommissie genoemde e-mail van de wijkagent van [...] aan de beklagcommissie overgelegd met het verzoek deze niet aan klager en zijn raadsman te verstrekken. Uit de uitspraak van de beklagcommissie blijkt
dat
alleen de beklagcommissie met toestemming van klager kennis heeft genomen van de inhoud van deze e-mail.
Desgevraagd heeft de directeur aangegeven dat de beroepscommissie kennis kan nemen van de betreffende e-mail, maar dat in verband met de privacy gevoeligheid deze e-mail niet mag worden doorgestuurd naar klager en zijn raadsman. De beroepscommissie is
van oordeel dat het niet verstrekken van genoemde e-mail aan klager en zijn raadsman zich niet verdraagt met de werkwijze die is voorgeschreven in de artikelen 69, derde lid in combinatie met artikel 63, derde lid Pbw en ook overigens in strijd komt
met
het in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), verankerde recht op een eerlijke behandeling (fair trial). De beroepscommissie zal dan ook geen kennis nemen van de betreffende e-mail. Derhalve is de
beslissing
van de directeur niet goed onderbouwd en de beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren.
De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager en zij zal deze bepalen op € 10 ,= .

4. De uitspraak.
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10 ,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 25 januari 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven