Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2119/TA, 15/2210/TA en 15/2211/TA, 4 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:04-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 15/2119/TA, 15/2210/TA en 15/2211/TA

betreft: [klager] datum: 4 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen drie uitspraken van 11 juni 2015 van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder ook te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 november 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.J. van der Velden gehoord.

Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de geluidsoverlast in klagers verblijfsruimte op de intensieve zorgafdeling (15/2119/TA);
b. de plaatsing van klager op de afdeling voor intensieve zorg op
3 november 2014 (15/2210/TA);
c. de oplegging van post- en belmaatregelen op 3 november 2014 (15/2211/TA) en
d. de verlengingen van c. op respectievelijk 1 december 2014, 29 december
2014 en 13 januari 2015 (15/2211/TA).

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag vermeld onder a. en het beklag vermeld onder b., c. en d. ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers advocaat en de imam kunnen bevestigen dat er sprake was van geluidsoverlast. De raadsvrouw heeft het geluid door de telefoon gehoord. Het ventilatiesysteem blies de hele tijd. Klager kon er niet door slapen.
b. Uit het gesprek dat klager op 17 januari 2014 via Skype met dhr. O. van het ministerie had, bleek dat het niet de bedoeling was dat klager op een afdeling voor intensieve zorg zou worden geplaatst. Zijn advocaat is op het verkeerde been gezet.
Haar
is niet gezegd dat klager op een afdeling voor intensieve zorg zou worden geplaatst. Er was geen indicatie voor die plaatsing. Ook door FPC De Rooyse Wissel is aangegeven dat klager in de nieuwe inrichting niet meer op een afdeling voor intensieve zorg
diende te worden geplaatst. Volgens FPC Veldzicht is hij op een afdeling voor intensieve zorg geplaatst in verband met de onrust die hij zou hebben veroorzaakt in FPC De Rooyse Wissel. Er is nooit aangekondigd dat hij in FPC Veldzicht op een afdeling
voor intensieve zorg zou worden geplaatst.
c. en d. FPC Veldzicht is enkel afgegaan op informatie van FPC De Rooyse Wissel die onjuist was. Klager heeft geen eerlijke kans gekregen en is direct de ordemaatregelen opgelegd die keer op keer verlengd zijn. Het was al een half jaar geleden dat de
misstanden in FPC De Rooyse Wissel hadden plaatsgevonden en deze maatregelen zijn hierop gebaseerd. Er was geen reden om aan te nemen dat klager contact met de media zou opnemen vanuit FPC Veldzicht.
Dit zijn klagers laatste procedures bij de Raad. Het gaat goed met hem in FPC De Kijvelanden. Er is begeleid verlof voor hem aangevraagd. Dit blijkt uit de aan de beroepscommissie getoonde brief. Als het verlof goed verloopt, is er eventueel sprake van
een voorwaardelijke beëindiging van zijn tbs.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het volgende aangevoerd. Verwezen wordt naar het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Verzocht wordt om het beroep ongegrond te verklaren.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a:
De Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimten justitiële TBS-inrichting noch andere in de inrichting geldende regelgeving vermeldt eisen of normen waaraan met betrekking tot het onderwerp ‘geluid’ dient te worden voldaan. De Bvt bevat geen bepaling
op
grond waarvan over dit onderwerp beklag kan worden ingediend.
Naar het oordeel van de beroepscommissie is klager is terecht niet in het beklag ontvangen. De beroepscommissie zal het beroep op dit punt ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.

Met betrekking tot b, c en d:
Klager is bij beslissing van 3 november 2014 op de intensieve zorgafdeling van FPC Veldzicht geplaatst. Als reden voor plaatsing op die afdeling is gegeven dat de plaatsing in een meer gestructureerd en overzichtelijk milieu noodzakelijk was, waarbij
ook is gekeken naar de ervaringen met klager in FPC De Rooyse Wissel.
In de reactie van FPC Veldzicht op klagers beklag is nader toegelicht dat klager in FPC De Rooyse Wissel voor veel onrust heeft gezorgd, onder meer door het onderhouden van contacten met de pers, waardoor de orde en de veiligheid in die inrichting in
gedrang is gekomen en waardoor een erg negatief over FPC De Rooyse Wissel naar voren kwam, hetgeen repercussies had op de staf en medeverpleegden.
Als reden voor oplegging van de post- en belmaatregelen op 3 november 2014 en de verlengingen van 1 december, 29 december 2014 en 13 januari 2015 heeft FPC Veldzicht dezelfde redenen gegeven.
De beroepscommissie stelt vast dat de onrust/incidenten in FPC De Rooyse Wissel waaraan FPC Veldzicht refereert, hebben plaatsgevonden in het voorjaar van 2014. De door klager bestreden beslissingen dateren van november en december 2014 en januari
2015.
De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het tijdsverloop sinds het voorjaar van 2014 en het feit dat FPC Veldzicht geen nieuwe incidenten of omstandigheden benoemt die de beslissingen tot plaatsing op een afdeling voor intensieve zorg en tot
oplegging en verlenging van ordemaatregelen die betrekking hebben op klagers post en telefoneren kunnen dragen, die beslissingen niet als redelijk of billijk of proportioneel kunnen worden aangemerkt. De beroepscommissie zal derhalve het beroep op deze
punten gegrond verklaren, de uitspraken van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij kent klager, gelet op het feit dat de betreffende plaatsing van klager op de afdeling voor intensieve zorg en de post- en
belmaatregelen hebben geduurd vanaf 3 november 2014 tot klagers overplaatsing naar FPC De Kijvelanden op 3 februari 2015, ter zake een tegemoetkoming toe van € 970,= (€ 10,= per dag voor onterechte plaatsing op de afdeling voor intensieve zorg en €
50,=
voor onterechte post- en belmaatregelen).

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a. (15/2119/TA) ongegrond, bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden. Zij verklaart het beroep ten aanzien van b., c. en d. (15/2210/TA en 15/2211/TA) gegrond,
vernietigt de uitspraken van de beklagcommissie, verklaart het beklag alsnog gegrond en kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 970,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, mr.drs. L.C. Mulder en drs. W.A.T. Bos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 4 december 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven