Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2567/GA, 31 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:31-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2567/GA

betreft: [klager] datum: 31 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 juli 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 december 2015, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij voormelde p.i.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet geven van toestemming voor de invoer van een Cd-speler in verband met het ontbreken van een verzegeling.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verklaart allereerst dat hij heeft geprobeerd juridische bijstand te krijgen. Dat is hem niet gelukt. Hij gaat er vanuit dat die juridische bijstand voor hem noodzakelijk is en hij zonder die bijstand in een nadelige positie komt. Hij wil wel
proberen zijn zaken zelf te behartigen.
Klager heeft voorts – zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang – nog het volgende naar voren gebracht.
Toen klager terugkwam vanuit het Pieter Baan Centrum (PBC) werd hem medegedeeld dat hij zijn Cd-speler niet mocht invoeren. Er zou sprake zijn van schade en de verzegeling zou ontbreken. Het klopt dat de speler beschadigd was. Hij functioneerde echter
nog normaal. Voorafgaand aan zijn verblijf in het PBC had klager die speler in Vught laten invoeren en verzegelen. Klager wil die speler heel graag terug omdat hij hem gebruikt bij het sporten. Klager weet dat de speler verzegeld was omdat er in het
PBC
ook naar de verzegeling is gekeken omdat daar twijfels over bestonden bij binnenkomst aldaar. Klager weet dat hij de speler opnieuw zou kunnen laten verzegelen maar daar bestaat volgens hem geen noodzaak voor. Daarnaast heeft klager geen geld voor de
kosten van die verzegeling.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij klagers terugkeer uit het PBC is geconstateerd dat de Cd-speler beschadigd was en dat de verzegeling ontbrak. Indien die speler opnieuw verzegeld zou worden, zou invoer daarvan toegestaan worden.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht, mede gelet op klagers verklaring over het (mogelijk) ontbreken van de verzegeling in het PBC, de verklaring van de directeur over dat ontbreken bij binnenkomst in de p.i. Vught voldoende aannemelijk. Gelet daarop kon de
directeur in redelijkheid en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen beslissen de invoer van dat apparaat niet toe te staan. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom – voor zover een en ander is komen vast te staan – niet leiden tot een
ander oordeel dan dat van de beklagrechter. Die uitspraak zal daarom, met aanvulling van de gronden, worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, dr. H.G. van de Bunt en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 31 december 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven