Nummer : 15/4145/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 18 december 2015
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van, ingediend door mr. A. Berends, namens
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de het penitentiair psychiatrisch centrum (PPC) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormeld PPC van 8 december 2015, inhoudende de oplegging van de verplichting tot het
ondergaan van een geneeskundige a-behandeling (dwangmedicatie) als bedoeld in artikel 46d van de Pbw, ingaande op 8 december 2015 om 14.30 uur en eindigend op 8 december 2015 om 14.30 uur.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het beroepschrift, waarvan het schorsingsverzoek onderdeel uitmaakt en van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 15 december 2015.
1. De beoordeling
De voorzitter heeft op 16 december 2015, naar aanleiding van de reactie van de directeur, om nadere inlichtingen verzocht. Met name wilde de voorzitter kennis kunnen nemen van relevante delen van het behandelplan van verzoeker en van de adviezen van de
behandelend en van de niet-behandelend gedragsdeskundige. De directeur heeft geen nadere inlichtingen aan de voorzitter verstrekt. De voorzitter zal thans op het verzoek beslissen. Op zich zou het verzoek voor toewijzing in aanmerking komen omdat – bij
gebreke aan enige onderbouwing door de directeur – niet aannemelijk is dat is voldaan aan de formele vereisten voor toepassing van de dwangmedicatie.
Nu evenwel, blijkens het namens verzoeker meegezonden afschrift van de mededeling van toepassing van de dwangmedicatie, op grond van de hier aan de orde zijnde beslissing slechts éénmalig – hieronder wordt ook depotmedicatie begrepen – medicatie onder
dwang kan worden toegediend, is er geen sprake meer van een tenuitvoerlegging die voor schorsing in aanmerking kan komen. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 december 2015.
secretaris voorzitter