Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2945/GB, 21 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:21-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2945/GB

Betreft: [klager] datum: 21 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Heemskerk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 augustus 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaarschrift, gericht tegen de beslissing het elektronisch toezicht (e.t.) voort te zetten gedurende het penitentiair programma (p.p.).

2. De feiten
Klager is sedert 25 april 2008 gedetineerd. Met ingang van 24 april 2015 neemt klager deel aan een p.p. met e.t. Op 5 augustus 2015 heeft de selectiefunctionaris besloten de tenuitvoerlegging van het e.t. te verlengen. Klager is bij beslissing van 27
augustus 2015 niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar.

3. Ontvankelijkheid
Op grond van artikel 72, eerste lid jo. Artikel 17, eerste lid onder b, van de Pbw heeft een gedetineerde het recht een beroepschrift in te dienen tegen de beslissing van de selectiefunctionaris tot beëindiging van zijn deelname aan een p.p. Ingevolge
artikel 72, eerste lid jo. Artikel 18, eerste lid, van de Pbw heeft een gedetineerde voorts het recht een beroepschrift in te dienen tegen de afwijzing van zijn verzoek tot deelname aan een p.p.

In het onderhavige geval heeft de selectiefunctionaris op grond van artikel 7a van de Penitentiaire maatregel besloten het e.t. voort te zetten. Van een beslissing tot beëindiging van het p.p. of een beslissing tot afwijzing van een verzoek tot
deelname
aan een p.p. is derhalve geen sprake. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk in zijn beroep te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 21 december 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven