Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1852/GA, 31 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:31-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1852/GA

betreft: [klager] datum: 31 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 mei 2015van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem-Zuid

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 oktober 2015, gehouden in de p.i. Leeuwarden, zijn klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Arnhem-Zuid, gehoord. Op 22 oktober 2015 is een nadere reactie van de directeur ontvangen.
Klager heeft hierop per brief van 26 oktober 2015 gereageerd. Op 11 december 2015 is van de directeur een nadere reactie ontvangen op aanvullende vragen van de beroepscommissie. Een kopie hiervan is aan klager toegezonden. Op 22 december 2015 is een
nadere reactie van klager ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering toestemming te verlenen voor het voorhanden hebben van bepaalde voorwerpen op cel

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur weigert toestemming te verlenen voor het invoeren en op cel voorhanden hebben van een radio/cassette/cd-speler die groter is dan 40x40x40
cm,
een Xbox, een ventilator en spellen voor de spelcomputer. Klager verbleef tot 4 maart 2015 in de p.i. Norgerhaven en is toen overgeplaatst naar de p.i. Arnhem-Zuid in verband met de komst van Noorse gedetineerden in Norgerhaven. In Norgerhaven was een
Xbox toegestaan. Klager trekt de stelling van de directeur in twijfel dat de wijzigingen uit 2014 in de modelhuisregels ook betrekking hadden op de afmetingen van de radio/cdspeler en de Xbox. Klager verwijst naar een uitspraak van de beroepscommissie
van 11 januari 1999 (A 98/1176) waarin is bepaald dat het onredelijk en onbillijk is de invoer van apparatuur te verbieden die in een andere inrichting van verblijf was toegestaan. Klager werd overgeplaatst om ruimte te maken voor Noorse gedetineerden.
De geldende regelingen golden ook in Norgerhaven. De handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting en de aansprakelijkheid van de directeur komen niet in het geding als toestemming wordt verleend. De radio en cd-speler kostte in 2010 € 167,=,
de
Xbox € 35,=. De voorwerpen zijn weliswaar verboden volgens de huisregels van de p.i. Arnhem-Zuid maar niet volgens de modelregeling huisregels. De huisregels zijn dus in strijd met een hogere regelgeving. De overplaatsing zelf is heel snel gegaan.
Klager mag niets ruilen met de voorwerpen die hij in de opslag heeft. De betreffende speler heeft een afmeting van 50x26x38 cm. De inrichting heeft de huisregels aangepast, maar de gedetineerden die al in de inrichting verbleven, mogen radio’s die niet
aan de nieuwe afmetingen voldoen houden. Klager vindt dit oneerlijk. Hij meent dat het verbod voor iedereen had moeten gelden. Klager mocht aanvankelijk geen studieboeken op cel hebben. Daarna zijn er afspraken gemaakt. Echter voor de beklagcommissie
werd klager medegedeeld dat het ruilen van de studieboeken toch niet is toegestaan. De ventilator van klager betreft een tafelmodel.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De huisregels van de p.i. Arnhem-Zuid zijn in december 2014 aangepast. Op grond van deze huisregels is de afmeting van de radio/cassette/cd-speler
te groot. Een ventilator mag niet op cel worden gehouden. Met een X-box kan toegang worden verkregen tot internet. Hiervoor gelden landelijke richtlijnen. Klager mag de boeken hij op cel heeft om de zoveel tijd ruilen met andere boeken. Er zal een
oplossing worden gezocht voor de kennelijk gedane mededeling dat ruilen niet mogelijk zou zijn. Een ventilator op cel houdt het risico in dat de stoppen doorslaan. Het gaat om het vermogen van de ventilatoren. De ventilatoren die wel op cel mogen
worden
gehouden zijn van de firma Strijbosch. De directeur zal klager in het bezit stellen van een lijst van de ventilatoren die via de inrichting kunnen worden besteld. Klager is in de gelegenheid gesteld een ventilator aan te schaffen via de firma
Strijbosch. Verder heeft klager bevestigd dat hij zijn studieboeken inmiddels heeft mogen omruilen.

3. De beoordeling
Het beklag richt zich tegen de weigering van de directeur toestemming te verlenen voor het in de verblijfsruimte van klager voorhanden hebben van een radio/cassette/cd-speler met een afmeting van 55x26x38 cm, een X-box, spellen voor de spelcomputer en
een ventilator. In beroep heeft klager betoogd dat zijn klacht met betrekking tot het voorhanden hebben van zijn boeken op cel nog niet is opgelost. Ook dit aspect zal de beroepscommissie daarom bij de beoordeling van het beklag betrekken.

De beroepscommissie stelt vast dat in hoofdstuk 4.9.1 van de huisregels van de inrichting is bepaald dat voor het voorhanden hebben van een X-box geen toestemming kan worden gegeven. Weliswaar wordt in hoofdstuk 4.9.2 van de huisregels vermeld dat het
voorhanden hebben van een verzegelde spelcomputerapparatuur (zonder zend-, ontvangst- en dataopslagmogelijkheden, of waarvan deze mogelijkheden onklaar zijn gemaakt) met maximaal 10 computerspelletjes zijn toegestaan, de beroepscommissie begrijpt
echter
uit het verweer van de directeur dat deze uitzondering niet geldt voor de X-box met bijbehorende spellen. Verder is slechts een radio en cd-speler met een maximale omvang van 40x40x40 cm toegestaan.
Klager klaagt derhalve over een algemeen in de inrichting geldende regel. De betreffende bepalingen in de huisregels zijn naar het oordeel van de beroepscommissie niet in strijd met een hogere regeling. In de Regeling model huisregels penitentiaire
inrichtingen is in hoofdstuk 4.5.1. bepaald dat de directeur bepaalt welke persoonlijke voorwerpen een gedetineerde in zijn verblijfsruimte mag houden. Verder kan de directeur op grond van het belang van de handhaving van de orde of de
(brand)veiligheid
in de inrichting, dan wel de beperking van zijn aansprakelijkheid voor de voorwerpen, bepalen dat eerder toegestane voorwerpen niet (langer) in de verblijfsruimte mag houden. De directeur kan derhalve in aanvulling op voormelde regeling in de
huisregels
voorwerpen aanwijzen waarvan hij het niet wenselijk acht dat deze in de verblijfsruimten van gedetineerden voorhanden kunnen worden gehouden. De beklagcommissie heeft ten aanzien van deze voorwerpen op goede gronden overwogen dat klager niet kan worden
ontvangen in zijn beklag.

Wat betreft de ventilator heeft de directeur in beroep gesteld dat vanwege het stroomverbruik dergelijke voorwerpen niet voorhanden mogen worden gehouden. Dit laat zich moeilijk rijmen met de mogelijkheid die gedetineerden wordt gegeven om via de firma
Strijbosch een ventilator voor op cel aan te schaffen. Klager heeft bovendien onbestreden gesteld dat zijn ventilator, die momenteel in de visitatie is opgeslagen, is verzegeld en een tafelmodel betreft met een efficiënt stroomverbruik. Het beroep zal
daarom gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager en stelt deze
vast op € 5,=.

Met betrekking tot de studieboeken is gebleken dat klager inmiddels zijn studieboeken heeft mogen omruilen, zodat dit onderdeel van het beroep ongegrond zal worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep wat betreft het voorhanden hebben van een ventilator op cel gegrond, vernietigt in zoverre de beslissing van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris,
op 31 december 2015

secretaris voorzitter

Naar boven